Sociaal Werk Nederland (SWN), de beroepsvereniging van professionals in sociaal werk (BPSW) en Movisie juichen de huidige heropleving van het opbouwwerk toe. Dat onderstrepen ze tijdens het Krachtproef festival op donderdag 5 oktober 2023 met het visiedocument ‘Laten we het eens over samenlevingsopbouw hebben’.
Radicaler kiezen voor opbouwwerk
Senior adviseur Mariël van Pelt werkte mee aan dit visiedocument. Wat haar betreft verwoordt opbouwwerker en schrijver Joop Hofman daarin scherp de noodzaak van opbouwwerk: ‘We moeten radicaler kiezen voor het versterken van gemeenschappen. Niet omdat ze problemen hebben, maar omdat ze het samenleven sterker maken.’
Collectieve blik
Opbouwwerkers gaan uit van wat er al is aan krachten in een buurt of een gemeenschap, legt Van Pelt uit. ‘Ze kijken met een collectieve blik: wat kunnen de inwoners met elkaar doen om de buurt te versterken? Waar zitten de mogelijkheden en talenten?’ Opbouwwerkers zijn dáár waar het leven van mensen zich afspeelt: ze zitten op het bankje in de speeltuin, schuiven aan bij het koffiemoment in het woonzorgcentrum. Daar knopen ze praatjes aan en leggen ze verbindingen.
Niet-problematisch
Dit vertrekpunt in het alledaagse, niet-problematische deel van het leven met daaraan gekoppeld het positieve mensbeeld dat iedereen bij kan dragen aan de samenleving, staat in het visiedocument genoemd als een van de twee basiskenmerken van het opbouwwerk. Het tweede kenmerk is dat opbouwwerkers zich van oudsher al richten op het versterken van de democratie en dat ze politiserend werken. Dat doen ze door mensen te stimuleren hun stem te laten horen en invloed op te eisen.
Opbouwwerk geen duizenddingendoekje
Dat is een geheel andere benadering dan die van een duizenddingendoekje, benadrukt Van Pelt. Ze doelt daarmee bijvoorbeeld op de aandacht voor preventie en gezondheid in akkoorden zoals het IZA en GALA. ‘Daarin zijn de verwachtingen hooggespannen over wat er in de sociale basis allemaal kan: als de mensen maar genoeg voor elkaar zorgen, dan zal het gevreesde zorginfarct voorkomen worden. Het opbouwwerk wordt daarbij, ook door gemeenten, nogal eens voorgesteld als een instrument om problemen op te lossen. Dat is zorgelijk.’
Erkenning door overheden
Het visiedocument is daarom in eerste instantie bedoeld als tegengeluid bij het beeld van het opbouwwerk als probleemoplosser: dus om het eigenlijke belang van het opbouwwerk op de kaart te zetten. Zowel bij sociaal professionals als bij beleidsmakers, bijvoorbeeld bij gemeenten. Over die erkenning door overheden zegt Van Pelt: ‘Als zij de waarde van opbouwwerk inzien, dan moeten ze daar vervolgens iets tegenoverstellen. Dan moeten ze ook de financiering verleggen, door te investeren in het opbouwwerk, onder andere in meer fte’s. Het is nu een omgekeerde piramide: er gaat heel veel geld naar de specialistische zorg. En in verhouding gaat er heel weinig naar de basis, terwijl daar dus veel waarde zit en wordt gecreëerd.’
Voor sociaal professionals is het visiedocument op een andere manier nuttig, denkt Van Pelt. ‘We willen hen hiermee vooral extra taal geven. Het helpt hen om in gesprekken met opdrachtgevers en andere beslissers het belang en de waarde van hun werk te verwoorden en legitimeren.’ Dit is vooral relevant voor de professionals die zelf als opbouwwerker functioneren, zoals sociaal makelaars, buurtverbinders en dorpsondersteuners.
Massaal omscholen
Wat is de relevantie van het visiedocument voor andere, voornamelijk individueel werkende sociaal professionals? Kunnen zij het lezen als een aansporing om zelf meer aan opbouwwerk te gaan doen? Moeten ze zich massaal laten omscholen? ‘Nee, zo is het zeker niet bedoeld. Opbouwwerk en individuele hulpverlening zijn echt twee verschillende takken van sport. Het gaat vooral over wat het beste past bij jou als professional. Het opbouwwerk moet je liggen. De beide werksoorten vullen elkaar aan en hebben elkaar nodig.’
Complex krachtenveld
Daarom is het goed dat individueel werkende sociaal professionals kennis hebben over het opbouwwerk, stelt Van Pelt. ‘Opbouwwerk is permanent laveren in een complex krachtenveld met beleidsdoelstellingen en inwonersbelangen, die onderling ook van elkaar kunnen verschillen. Opbouwwerkers weten niet precies waar ze aan beginnen, laat staan dat ze weten waar hun inzet eindigt. Ze kunnen een leuk en actief groepje hebben gevormd, maar of dat groepje bij elkaar blijft, dat weten ze niet. En zomaar zonder een agenda met iedereen gaan babbelen, dat ligt ook niet iedereen.’
Andersom zit het aanvullende erin dat opbouwwerkers tijdens hun werk ook mensen tegenkomen die juist individuele hulpverlening nodig hebben. Voor opbouwwerkers is het daarom goed om te weten bij wie ze terecht kunnen in geval van bijvoorbeeld echtscheidingsproblematiek, schuldhulpverlening of opvoedvragen.
Te rade gaan
Voor individueel werkende sociaal professionals is het goed om te beseffen dat er steeds meer opbouwerkers in de buurt komen, en dat ze daar hun voordeel mee kunnen doen, zegt Van Pelt. ‘En dat geldt net zo goed voor huisartsen en wijkverpleegkundigen. Eigenlijk voor iedereen, als je merkt dat je niet ver genoeg komt met het individuele traject. Dan kun je eens bij een opbouwwerker te rade gaan. Die weet wat er allemaal aan initiatieven is waar je cliënt bij aan zou kunnen sluiten.’
Je kunt ook aankloppen bij een opbouwwerker als je in korte tijd van verschillende mensen hetzelfde verhaal hoort. Van Pelt noemt een voorbeeld dat ze onlangs in de praktijk hoorde. ‘Meerdere professionals vingen signalen op dat ouderen zich beperkt voelden door de verkeersonveiligheid in hun leefomgeving. Als we met z’n allen willen dat mensen langer thuis blijven wonen, maar ze tegelijkertijd allerlei barrières tegenkomen als ze ergens heen moeten, dan is er werk te doen.’
Politiserend opbouwwerk
Dat resulteerde in een wandeltocht waarbij alle stoplichten die te kort op groen bleven, de loszittende stoeptegels en andere hindernissen in kaart gebracht werden. De tocht eindigde bij het stadskantoor, om daar aandacht te vragen voor de problemen. ‘In dit voorbeeld zie je mooi’, zo besluit Van Pelt, ‘hoe de opbouwwerker de individuele verhalen bundelt en de mensen ondersteunt bij hun gezamenlijke actie.’ Een geslaagd voorbeeld van politiserend opbouwwerk.