Tijdens de week van zorg en welzijn bezocht ik verschillende initiatieven die tot doel hadden vooral jonge mensen enthousiast te maken voor het vak. Open dagen in instellingen moeten de burger een inkijkje geven in onze gezondheidszorg. Zo kon men met eigen ogen zien dat het niet alleen maar kommer en kwel is.
Onze eigen NU’91 stand op Zorgtotaal liep als een dolle. Aangetrokken door de levensechte oefenpoppen, acteurs met niet van echt te onderscheiden letsel, en zelfs de rekentoets inspireerde en enthousiasmeerde tot verdere verdieping in het vakgebied. Tijdens Skillmasters, een wedstrijd voor toekomstige professionals, mocht ik de prijzen uitreiken voor de beste MBO studenten verpleegkunde. Aangenaam verrast was ik dat er van de 5 finalisten, 4 van het mannelijke geslacht waren. Jonge broeders die het aandurven in een vanuit de traditie vrouwenberoep, te stappen. Hopelijk zet deze trend zich voort, niet alleen omdat we iedereen nodig hebben, maar zeker omdat verpleegkunde natuurlijk helemaal niet sekse gebonden is (welk beroep overigens wel?).
Misschien helpt de studierichting van de HBO-V, Gezondheid en Techniek hier ook nog bij. Natuurlijk was het niet alleen koek en ei tijdens de week van de zorg. Zelfs een wethouder sprak zich openhartig uit over de problemen met Wmo, AWBZ, bezuinigingen en krapte op de arbeidsmarkt van de zorg. ‘En nu nog beleid maken’ zei ik hem, waarna hij van kleur verschoot.
Maar we kunnen het nog zo mooi presenteren, zonder goede primaire arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en ontwikkelingsmogelijkheden kunnen we jarenlang weken van de zorg organiseren, het is ook gewoon een (zwaar) beroep waar een prijskaartje aan zit. En daar is gezien het regeerakkoord, dat de nullijn voor zorgprofessionals voorstelt, het laatste woord nog lang niet over gevallen.