Ooit liet ik de cliënten op mijn werk een fotografie workshop doen. De workshop van een uurtje werd een succes en de cliënten hebben nog elke dag geprobeerd steeds mooiere foto’s te maken. Omdat het zo’n succes was had ik van het afdelingsgeld een luxe camera gekocht. Zo konden de cliënten nog mooiere foto’s maken. Één van de cliënten had hiervoor een uitzonderlijk talent. Zij plaatste haar gemaakte foto’s op een blog. Zo werd zij op een dag ontdekt en gevraagd te fotograferen voor een natuurtijdschrift.
Nu was er één probleem: zij had zelf geen camera. Ze vroeg of ze de camera van de afdeling mocht lenen. Ik was natuurlijk enthousiast, zo’n kans mag je niet laten lopen. Haar zelfvertrouwen zal hiermee enorm toenemen, haar hobby kan haar werk worden en zo kan ze weer deelnemen aan de maatschappij. Behoorlijk herstelgericht, dus ik besloot haar de camera uit te lenen.
De cliënt ging met de camera naar strand en wilde een zonsondergang foto maken. Ze had zoals geleerd de juiste hoeken op de foto met juiste kleurinstelling. Terwijl zij op haar knieën zat om de juiste lichtinval te scoren gebeurde het: de camera viel in de zee. Nat en onder het zand: camera kapot. Terug op de afdeling vroeg ik haar naar de camera. ‘Die is in de zee gevallen en is stuk, dus ik heb hem weggegooid’, zei ze. Oeps, hoe ga ik dit oplossen? Deze camera was ruim 500 euro en een nieuwe kopen zat er niet in. Moest ik haar deze verantwoordelijk opleggen? Een nieuwe kon ze niet kopen aangezien ze enkel een uitkering heeft en het binnenkomende geld naar de schuldsanering ging. Hoe ging ik dit oplossen?
Ik voelde me verantwoordelijk: ik had de camera uitgeleend. Was het wel zo slim om iemand in een psychose een dure camera mee te geven? Allerlei verschillende ideeën spookte door mijn hoofd, maar geen was de juiste. Ik wist echt niet wat ik moest doen. Ik besprak mijn probleem met de manager. Hier kreeg ik de beste tip die ik ooit gekregen had.
Ze vroeg me wat mijn probleem was. Waarop ik antwoordde dat ik een camera had meegegeven aan iemand die erg psychotisch was en dat nu de camera weg was. Wederom vroeg mijn manager: “Maar wat is nou jouw probleem?” Ik snapte de vraag niet. De manager zei me te letten op mijn woordkeus.
‘Is het jouw probleem?’
‘Ja, want ik gaf hem mee’, antwoordde ik.
Mijn manager zei: ‘Maar jij hebt hem niet kwijtgemaakt. Dus dan is het niet jouw probleem.’
Ik vertelde mijn manager alle opties die ik al bedacht had welke allemaal niet realiseerbaar waren. Ze zei me dat ik niet zo veel na moest denken en dat de makkelijkste oplossing zo voor de hand lag dat ik hem over het hoofd zie. Mijn manager vroeg me eens herstelgericht te denken en dan weer met een oplossing te komen.
Ik moet geen advies geven, maar de cliënt moet ruimte krijgen om fouten maken. Samen moeten wij naar mogelijkheden zoeken en ik moet het probleem niet in mijn eentje willen oplossen. Ik ga uit van de krachten van de cliënt en dus ga ik er van uit dat de cliënt zelf een oplossing heeft. Eigen initiatief moet ik namelijk stimuleren. Ik ging terug naar de cliënte en zei: ‘Je vond dat ik het maar moest uitzoeken, maar jij hebt de camera kapot gemaakt. Dat is niet erg, van fouten kun je leren. Maar nu laat ik het initiatief aan jou om een oplossing te bedenken voor jouw probleem.’
En wonder boven wonder wist ze gelijk een antwoord: ‘Ik ga terug naar de prullenbak, vis de camera eruit, neem de lens er af en vraag een nieuwe lens aan bij de verzekering, we hebben de camera immers pas net.’
Door niet zelf na te denken, maar de verantwoordelijk bij de cliënt te leggen had ik binnen 5 minuten een oplossing. Sindsdien is mijn werk een stuk makkelijker geworden. Als ik even niet weet wat ik moet doen leg ik de vraag terug bij de cliënt: ‘Wat denkt u zelf wat we hier aan kunnen doen?’ Vaak weet de cliënt zelf een oplossing. Misschien niet altijd de juiste, maar het is wel hun oplossing. Gaat het fout? Van fouten leren je. Gaat het goed: vergroot je de zelfvertrouwen van de cliënt.
‘Sindsdien is mijn werk een stuk makkelijker geworden.’
Hahaa!