Laatst las ik een artikel over hoe opvoeden cultureel bepaald wordt. Een Amerikaanse verbaasde zich over het feit dat, toen zij eenmaal naar Frankrijk was geëmigreerd, zij geen van de Franse kinderen zag schreeuwen en krijsen in de supermarkt. Opvallend was ook dat Franse kinderen gewoon alle groenten op hun bord kregen. En opaten. Dit gebeurde onder het mom van ‘proeven moet, smaak komt later wel’. Gewoon een kwestie van opvoeden dus….
Mijn dochter van dertien is aan de puberteit begonnen. Na het eten vraag ik haar of ze even wil helpen de tafel af te ruimen. Maar, afhankelijk van haar blikken heb ik de vrijblijvendheid uit de vraag gehaald. ‘Ik bedoelde dit eigenlijk niet als vraag – maar meer als opdracht’, is tegenwoordig mijn escape als de weerstand lijkt toe te slaan. Gewoon een kwestie van opvoeden….
Met de insteek dat de vrijblijvendheid moet verdwijnen – ben ik aan het traject begonnen dat heeft geleid tot het boek ‘Ouderen en welzijn van nu’. Hoezo vragen we aan studenten social work of ze zin hebben om zich te verdiepen in de ouderen in onze samenleving? Hoezo is het tegenwoordig (met in 2020 een percentage van 25% ouderen in Nederland) mogelijk dat studenten de ruimte krijgen om (weliswaar niet stampvoetend en schreeuwend) maar wel vanuit een nadrukkelijk stil protest (suf, saai, niet sexy, vies), deze doelgroep in hun opleiding tot hulpverlener te negeren?
Hoezo is er een vrijblijvende keuze in veel opleidingen tot sociaal werker om één op de vier mensen uit het potentiële cliëntenbestand (met hier een daar een korte casus of een voorbeeld) over te slaan? Dat zou geen keuze moeten zijn – dat moet gewoon gewoon worden, is mijn stelling. Gewoon een kwestie van opvoeden dus.
De opdracht is aan ons om het onderwijs rond ouderen interessant te maken. Dicht op de huid van de student, dicht op de huid van de huidige maatschappelijke ontwikkelingen. Dicht op de ouder wordende huid. Het gaat niet alleen in op de kwetsbare oudere met de rollator die woon in het verpleeghuis. Het gaat niet alleen om de vitale ‘hoera’ ouderen met het ‘zwitserlevengevoel’. Het gaat om de grote diversiteit onder ouderen, diversiteit die alleen maar toeneemt als de leeftijd vordert. Het gaat om bijzondere aspecten van ouder worden en oud zijn. Het gaat over bijzondere groepen ouderen.
En het gaat om het methodisch handelen van studenten – kunnen zij gerontospecifiek insteken? Hebben zij nagedacht over ouder worden en oud zijn? En hoe het is om als (jonge)student en als jongere hulpverlener te werken met en oudere cliënt? Onder het mom van ‘Je hoeft het niet lekker te vinden, maar je moet wel proeven’ – het is gewoon een kwestie van opvoeden, toch? En die smaak, die komt later wel….