Lees hier meer blogs van William Miero >>
Roger Hart heeft ooit een participatieladder met 8 levels bedacht. De levels zijn:
1. Young people are manipulated
2. Young people are decoration
3. Young people tokenized
4. Young people assigned and informed
5. Young people consulted ande informed
6. Adult-initiated, shared decisions with young people
7. Young people lead & initiatie action
8. Young people & adults share decision-making
Ik denk dat iedereen wel voorbeelden bij alle levels kan bedenken. Level 8 is het hoogst haalbare als het gaat om participatie. Dit model op het huidige jongerenwerk leggend, ben ik van mening dat we op de goede weg zijn, maar er nog flink wat werk aan de winkel is.
Jongeren willen tegenwoordig graag zelf bepalen wat en wanneer ze met wie iets gaan ondernemen. De huidige tijd is daarom uitermate geschikt om jongeren uit te dagen ‘het zelf te doen’. Jongerenwerkers zullen uiteindelijk meer een faciliterende rol gaan krijgen. Met een deel van de jeugd zullen we level 8 halen. Met een deel niet. Er zijn wat nieuwe concepten zoals de Productiehuizen en Talenthuizen die zichzelf vooral profileren als projecten waar alleen plaats is voor jongeren die weten wat ze willen. Het jongerenwerk zou daar voornamelijk een ondersteunende en faciliterende rol hebben. Er is geen ruimte voor een inloopachtige activiteit. Dat is nooit vol te houden aangezien een flink deel van de jeugd waar wij als jongerenwerkers mee te maken hebben, nog niet zo snel een heldere vraag kan formuleren.
Een inloop heeft een negatief imago gekregen en de trend is om dat zo min mogelijk te organiseren. Jongeren moeten zinvol bezig zijn, met gestructureerde activiteiten. Het is heel goed dat we meer die kant opgaan, maar ik ben van mening dat de inloop een onderschatte en waardevolle activiteit is waar gewerkt wordt, tenminste als het goed is, aan het bevorderen van participatie. Een jongerenwerker moet met jongeren werken en niet alleen het gebouw openen en sluiten. Voer je het niet goed uit, dan heeft een inloop weinig meerwaarde en organiseer je overlast.
Ik zie dus een grotere rol voor de jeugd weggelegd, niet alleen bij de ontwikkeling van activiteiten, maar ook bij beleids- en programmaontwikkeling. Jongerenwerkers, beleids- en programmamakers moeten zich veel meer laten voeden door de jeugd. Een jongerenraad die gevraagd en ongevraagd advies kan geven is goed, maar die vertegenwoordigt vaak maar een kleine achterban. Ik denk dat social media ons kunnen helpen grotere groepen jongeren te bereiken en mobiliseren. Er zijn ongekende mogelijkheden. We zouden bijvoorbeeld ook klantpanels kunnen vormen.
Socal media moet professioneel worden ingezet. Dat betekent dat binnen jongerenwerkorganisaties know how op dat gebied aanwezig moet zijn. Zolang die er niet is, zullen we de kansen en mogelijkheden die er nu liggen, niet benutten.
William Miero (1964) houdt zich bezig met advisering, projectontwikkeling en uitvoering op het gebied van Jeugd & Jongerenwerk, Jeugd & Veiligheid en Leefbaarheid. In 1993 is hij als jongerenwerker in Oss begonnen en momenteel actief als zelfstandige met name in de Randstad en midden Nederland. Jeugd is zijn passie en onder het motto ‘vrijheid binnen grenzen, voor jongeren en jongerenwerkers’ is hij voortdurend met collega’s en partners op zoek naar mogelijkheden om jongeren een plek te geven in de samenleving.