De vorige keer blogde Suzanne over het sociale wijkteam >>
Er volgt een stilte. De dames denken diep na. En dan zegt er één: ‘Oh wat leuk. Ja ik heb ook wel eens man gekend die ook naaide.’ En zo volgen er nog wat opmerkingen over beroemde mode-ontwerpers en dan wordt het weer stil. Iemand zegt dat hij eerst maar eens even moet gaan zitten. Ze nemen nog een slok koffie. De man gaat zitten. De dames gaan door met waar ze mee bezig waren.
Als het tijd is om te beginnen met de naailes zegt de docent: ‘Nou laat u maar eens zien’. De man keert zijn tas om en er ligt een spijkerbroek in wording op de tafel. Hij heeft alles al geknipt. Er volgen nog wat kritische vragen over waarom hij zelf een spijkerbroek wil naaien. Want die kun je toch beter kopen? Het zijn geen vragen waar een antwoord op verwacht wordt. Ze gaan aan de slag. Een paar weken later loop ik weer eens binnen en vraag hoe het met de man en zijn broek is. De broek is af. En nu? Nu wil hij een blouse maken.
Ik zie twee mannen aan het werk met een veegwagentje. De één pakt twee vuilniszakken die naast de prullenbak stonden en gooit die in het wagentje. Zijn collega kijkt hem aan en zegt: ‘Dat is voor de vuilniswagen. Moet je gewoon laten staan’. Maar de man heeft een goede reden om deze zakken op te ruimen: de vuilniswagen komt vandaag niet. Hij legt zijn collega uit dat ze anders misschien open gaan en dat het dan veel meer rotzooi geeft. De ander haalt zijn schouders op en beiden lopen naar hun eigen kant van het veegwagentje en stappen weer in.
Onderweg in de buurt kom ik mensen tegen en zie ik dingen. Soms blijven dingen mij lang bij en die dingen neem ik mee in mijn werk. Die vuilnisman, die vrijwilligersorganisatie. Er schuilt oneindig veel kracht in die mensen. Ze luisteren en zien wat er nodig is. Geen werkplan, geen protocollen. Ze volgen hun hart en dat vind ik zo mooi om te zien.
Goed gezegd Mw. Hakkenbeg, je hart volgen, en soms, zeg ik, verder kijken dan je neus lang is.
Man makes his world with his actions and limits his view with his convintions.
Shalom
Ik herken me volledig in het verhaal van Suzanne Hakkenberg. Het gaat vooral om inclusief denken of exclusief denken. De ene vuilnisman die de troep wel opruimt handelt inclusief. De vrouwen die de man die zelf z’n kleren wil maken niet serieus neme en hem min of meer buiten sluiten. Ik merk dat veel laaggeschoolde mensen, vaak migranten er doorgaans niet in slagen om schijnbaar eenvoudige problemen bijv. via hun corporatie op te lossen. Bij een nee bijv. laat men het er maar bij zitten. (deze vrouwen zijn gewend aan gezagsgetrouw gedrag. Hun mannen zijn de baas, anders krijg je maar ruzie. Mannenmacht die zich verschuilt achter een – niet bij de tijd – zijnde Koran interpretatie) Daarnaast weet of overziet men niet hoe je tot de gewenste verandering zou kunnen komen.