Alleen, de praktijk is nog vaak heel anders dan dit ideaalmodel. Zo publiceerde de Volkskrant een interview met een vrijwilligster bij de stichting Zijweg, die slachtoffers van partnergeweld en stalking bijstaat. Zelf had de vrouw na een gewelddadig huwelijk twintig jaar lang te maken met stalking, bedreigingen en juridische gevechten door haar ex. Pas toen ze hem had neergestoken, drong tot politie, justitie en hulpverlening door aan welke terreur de vrouw en haar kinderen hadden blootgestaan.
‘Instanties moeten je helpen’, zegt ze in de krant. ‘Ze deden het tegenovergestelde. Hulpverleners gaven me het gevoel dat het aan mij lag. Ze pakten de symptomen aan, zoals de psychische problemen van de kinderen. De oorzaak – Jules – negeerden ze. We zijn nooit erkend als slachtoffer. Het was vechten tegen de bierkaai.’
Voorbeelden als deze zijn er wel meer. In de praktijk blijkt dat hulpverleners nog vaak de doelen voor de cliënt bepalen of deze zelfs in het beklaagdenbankje duwen. Zo vertelde consulente Tineke van Uden bij haar afscheid van Maatschappelijk Werk Dommelregio hoe lastig ze het vindt als cliënten moeten voldoen aan idealen die hen worden opgelegd. Ze geeft het voorbeeld van een jongeman die in een bus woonde op een verlaten stuk land. Hij werd gedwongen naar een flat te verhuizen, zodat hij weer echt zou meedoen aan de samenleving. Probleem was dat de man niet goed bestand was tegen de aanwezigheid van grote aantallen mensen. Voorbeelden als deze roepen de vraag op: respectvolle hulpverlening, bestaat dat eigenlijk wel?
De afscheidsrede van Tineke van Uden vindt u op de website van Maatschappelijk Werk Dommelregio.