Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Ruimte

Ik ben een ramp in vergaderen. Ik word een ongericht projectiel wanneer het mij te lang duurt. In korte tijd moet een overvolle agenda afgehandeld in gestructureerde vorm. Na anderhalf uur zit mijn hoofd vol, mijn hersenen lopen over van nieuwe ideeën, opvattingen en verbanden die ik zie tussen de agendapunten.
Ruimte

Lees hier meer blogs van Tineke van Uden >>

Door de structuur word ik gedwongen mijn mond te houden en me te focussen op één onderwerp. Het lukt me vaak niet, ik wil nog zoveel kwijt, zoveel vragen, zoveel uitwisselen. Ik word daar heel onrustig en onhebbelijk van. Ik ben het type dat liever een blokje om gaat of met de benen op tafel een goede boom opzet over allerlei thema’s. In het luchtledige er op los filosoferen en aan de hand daarvan later afspraken maken werkt bij mij veel beter. Ik lijd aan gestructureerde werkvormen.

We constateren regelmatig dat een overleg efficiënter kan, toch maken we de keuze daar niet ter plekke op in te gaan om eens te kijken wat er in het proces gebeurt. Welnee, we organiseren, op een later tijdstip, een bijeenkomst over efficiënter vergaderen. Maar ook binnen een dergelijke bijeenkomst is de werkvorm bepalend, daar kunnen we niet van afwijken want we hebben natuurlijk te weinig tijd en er moet een resultaat behaald worden. Helaas onthoud ik meestal wel de leuke werkvorm maar ben ik de inhoud van de bijeenkomst vrij snel kwijt. 

Want opnieuw was er niet voldoende ruimte voor een goede dialoog, een pittige discussie. Ik wil graag weten wat iemand beweegt, maar ik wil ook gehoord worden in mijn opvattingen en fantasieën over de wereld in het algemeen en welzijn in het bijzonder.

Ik merk het ook in de lessen. Per week dienen een aantal doelstellingen gehaald te worden. Vaak gebeurt dit aan de hand van een vooraf bedachte werkvorm, hier kun je als docent je eigen kleur aan geven. Erg leuke lessen, maar tegelijkertijd vind ik het vaak veel interessanter en leerzamer om de lesstof te koppelen aan wat er ter plekke gebeurt in de groep. Door te werken met wat ik zie maak ik helder hoe bepaalde agogische processen verlopen of hoe beïnvloeding werkt. Naast de theoretische stof vind ik een professionele werkhouding minstens zo belangrijk. Ik kan wel een mooie les geven over gespreksvaardigheden maar wanneer ik tegelijkertijd signaleer dat er in de les zelf niet naar elkaar geluisterd wordt dan is dát het onderwerp van gesprek.

Dit brengt me ook naar een vraag die Max A. Huber mij stelde naar aanleiding van een boek dat binnenkort uitkomt: ‘Samensturing in de maatschappelijke opvang. De tegenstelling voorbij.’ (Max A. Huber en Tineke Bouwens). Max vroeg me te reflecteren op mijn ervaringen binnen het groepswerk in het kader van werken aan herstel en participatie. Bij de eindvraag ‘Wat werkt?’ kwam ik weer terug op het zelfde antwoord. Werk vooral met wat je ziet, in het hier en nu, in plaats van het weg te halen van het moment en het in een themabijeenkomst te gieten. Geef ruimte aan de dialoog, maak van problemen leermomenten door er direct mee aan de slag te gaan.

Tineke van Uden (1965) werkte in haar gevarieerde loopbaan met jongeren in de jeugdhulpverlening zoals opvangcentra, internaat, op straat en in het sociaal cultureel werk. In het volwassenenwerk deed zij ervaring op in de vrouwenopvang en stapte daarna over naar het maatschappelijk werk. Inmiddels is zij zelfstandig onderneemster en traint en adviseert organisaties rondom outreachende hulpverlening. Daarnaast is ze parttime docent Sociale Studies ben bij Avans Hogeschool ’s Hertogenbosch.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.