Lees hier meer blogs van Dik Hooimeijer >>
Dit mede naar aanleiding van het Haags Welzijnsmanifest dat de gezamenlijke Haagse welzijnsorganisatie voor de gemeenteraadsverkiezingen hebben geschreven. Na het overleg ben ik met twee gedachten of noem het gevoelens of misschien zelfs emoties, naar mijn volgende afspraak gefietst.
De eerste was ronduit schokkend. De directeur werken van Sociale Zaken was iets later omdat hij bezig was het nieuw gepresenteerde regeerakkoord te vertalen in de financiële consequenties voor de gemeente Den Haag. Het is zeker niet ondenkbeeldig dat er – nog eens extra – stevig gekort wordt op het re-integratiebudget en het armoedebeleid waaronder de schuldhulpverlening. Duidelijk is ook dat deelnemers zelf de kosten van de inburgering voor hun rekening moeten nemen. Daarnaast zal de WWB uitkering de komende jaren verlaagd worden.
De gevolgen van deze maatregelen zijn zeer ingrijpend. In een artikel van het AD van vrijdag 8 oktober uitte de Haagse wethouder Kool van Sociale Zaken zich als volgt: ‘Het kabinet kiest er doelbewust voor de onderkant van de samenleving in de drek te laten zakken’. Zo is het maar net en laat geen politicus roepen dat het niet waar is, want die liegt. Zo simpel is het! Het zal de tweedeling in de samenleving alleen maar verder verscherpen. Verschraling en armoede zullen zich steviger gaan manifesteren onder bepaalde groepen burgers. En dit in één van de rijkste landen ter wereld (heb het even niet over bezuiniging op ontwikkelingshulp). In mijn blog van juli 2009 heb ik geschreven over de onder-onderbroeders. Ik vrees voor de diep-onder-onderbroeders.
Ik heb ook in eerdere blogs aangegeven, dat ik vind dat het welzijnswerk zich veel meer moet richten op de sociaal maatschappelijke stijging van individuele burgers. Stop met het pamperen. Maar met deze maatregelen voor burgers én de kortingen op het welzijnswerk wordt het echt lastig hier breed op in te zetten.
En dan kom ik op dat tweede gevoel, zeg maar de ‘openbaring’. In de stuurgroep ontstond naar mijn oordeel ineens iets unieks. De mensen van de gemeente aan tafel waren echt geschokt over de voornemens van het nieuwe kabinet. Dit zal enorme consequenties hebben en krijgen voor het aanbod in de stad. Ook zij maken zich zeer grote zorgen over de toekomst van groepen burgers in de stad. En hiermee ontstond een sfeer die ik in mijn contacten met de gemeente niet veel eerder heb meegemaakt. We stonden op geen enkele manier tegenover elkaar als welzijn en gemeente, het gaf juist een gevoel van: en nu hebben wij elkaar keihard nodig. Nu komt het aan op lef, creativiteit en het optimaal gebruiken van elkaars kennis, netwerk en kwaliteiten. Want, en daar waren wij het over eens, we moeten er alles aan doen om deze groep burgers niet in de kou te laten staan. En dat ervaar ik als hoopvol. En dat betekent dat wij als welzijn dus niet voor alles direct om geld moeten jengelen. Nee, slim worden, lef tonen, grenzen zoeken en af en toe lekker burgerlijk ongehoorzaam zijn.
En daarmee fietste is toch met een redelijk goed gevoel naar mijn volgende afspraak.
Dik Hooimeijer (1954) is clustermanager Projecten bij Stichting MOOI, een welzijnsorganisatie in Den Haag. Binnen de organisatie heeft hij Marketing & Innovatie als aandachtsgebied. Sinds 1975 is hij werkzaam in de welzijnssector. Hij noemt zichzelf een absoluut welzijnsdier, maar is ook een oprecht criticaster. Naar zijn oordeel is het welzijn te weinig innovatief en speelt het niet altijd in op de tijdgeest.