Het onderscheid tussen schuldhulpverlening of schulddienstverlening heeft twee aspecten. Is er sprake van het puur en alleen financieel ondersteunen van mensen met schulden, waarbij het oplossen van de schulden het (enige) doel is? Of is er juist sprake van het bieden van dienstverlening, waarbij ook de achterliggende oorzaak van de schuldenproblematiek wordt meegenomen? Het gaat daarbij niet alleen om het oplossen of hanteerbaar maken van de schulden, maar vooral ook het meer financieel zelfredzaam maken van mensen. Deze twee doelen, uitgangspunten of uitersten maken dat er in de uitvoering ook wezenlijke verschillen ontstaan. Het puur financieel-technisch helpen van mensen vraagt om een andere benadering en een ander werkproces dan het ondersteunen in de volle breedte.
Per 1 juli 2012 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening in werking getreden. Met deze wet zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de hulp bij schulden van hun burgers. Veel gemeenten hebben deze nieuwe wet aangegrepen om een beleidsmatige heroverweging te maken over schuldhulpverlening en de achterliggende problematiek. Bij het maken van beleidskeuzes spelen dezelfde twee aspecten, die het onderscheid tussen schuldhulpverlening en schulddienstverlening kenmerken, een belangrijke rol. Gemeenten hebben de voorkeur om de schuldenproblematiek zo effectief mogelijk aan te pakken. Dit betekent voorkomen van schulden in het algemeen, het voorkomen van recidive en daarmee het probleem oplossen dat aan de schulden ten grondslag ligt.
Veel gemeenten hebben de schuldhulpverlening uitbesteed. Hierbij werd de uitvoering vaak gericht op het puur financieel-technische aspect. Daarnaast werden veel klanten onder budgetbeheer gebracht. Een activiteit die ook alleen technisch werd ingestoken, waardoor een groot deel van deze klanten vaak jarenlang onder budgetbeheer zaten.
Steeds meer gemeenten zijn zich aan het bezinnen op hun huidige beleid en uitvoeringspraktijk en nemen sinds de recente wetswijziging (delen van) de schuldhulpverlening in eigen hand. Hierbij maken zij de afweging of zij beleidsmatig de integrale schuldhulpverlening willen gaan uitvoeren, waarbij de financiële zelfredzaamheid wordt bevorderd en de oorzaak van de schulden wordt aangepakt. Vanuit deze benadering spelen meerdere partijen een rol, die allen op hun eigen terrein de dienstverlening bieden. Voorbeelden hiervan zijn de maatschappelijk werkers, verslavingsverzorgers en budgetadviseurs.
Met deze verandering wordt de relatie tussen de uitvoerders van schuldhulpverlening en hun opdrachtgever anders. Zij worden gevraagd om meer integrale schuldhulpverlening te gaan uitvoeren die een bredere kennis op niet alleen het financiële gebied, maar ook op het terrein van maatschappelijke ondersteuning vereist. Alternatief is dat gemeenten een deel van de schuldhulpverlening zelf gaan uitvoeren, en hun opdrachtgevers gaan benaderen vanuit de puur financiële schuldhulpverlening.
Welke van de twee alternatieven ook wordt gekozen: de keuze heeft direct impact op de werkprocessen, de inrichting van ondersteunende softwareoplossing en de manier waarop het management en bestuur moet worden gerapporteerd. Wilt u weten hoe dit daadwerkelijk uitpakt in de praktijk? Dit leest u in een volgende blog.
Frederik Brand, Accountmanager Schuldhulpverlening Stratech