Mijn opdrachtgever , een directeur van een vrij grote welzijnsorganisatie , vond dat het tijd werd er eens een slinger aan te geven. Samen hebben we vier stellingen gekozen waarmee ik vervolgens voor een groep van 80 welzijnsmensen stond. Intern maar ook extern zoals wethouders en ketenpartners. Vol verwachting keken 160 ogen mij aan…
Stelling 1: Sociale media? Wat een onzin!
Dat mag je vinden, en dat deed een enkeling in de zaal ook. Alleen, hoe organiseer jij je netwerk in je wijk? Of liever, hoe organiseert jouw wijkbewoner zijn of haar netwerk? En welke rol spelen sociale media daarin? Waar wonen die 3,5 miljoen mensen toch die op Twitter contact met elkaar hebben? Die op Linkedin 4,1 miljoen profielen van zichzelf aangemaakt hebben en die op Facebook met 8,9 miljoen Nederlanders actief hun netwerk onderhouden? Ken jij ze?
Stelling 2: Sociale media? Dat is toch die hobby van collega X?
Herkenbaar? Altijd is er wel een collega die er net iets meer van weet dan jij. Of misschien zijn het er wel een paar. Mooi, dan kunnen die je wel even helpen met je vastgelopen printer. Toch zijn dit de mensen waar je organisatie het van moet hebben als het gaat om het omarmen van sociale media. Koester ze en laat ze experimenteren! Zij proberen uit wat wel en niet werkt. Misschien haakt de rest dan wel een keer aan.
Stelling 3: Sociale media verloederen sociaal contact
In de zaal vond iemand het storend dat iedereen in de trein op een schermpje zat te turen. Een ander bracht daar tegenin dat die dan waarschijnlijk met hun vrienden aan het chatten waren en dus sociaal contact hadden. Online netwerken is tegenwoordig een flink deel van de sociale structuur rondom velen van ons geworden. Misschien is er wel nooit in ons bestaan zo veel sociale interactie geweest als in deze tijd. Het wordt ons met mobiele apparaten en mobiel internet wel heel erg makkelijk gemaakt.
Stelling 4: Welzijn heeft online een voorbeeldfunctie
Als het dan geen onzin is, er een aantal collega’s in welzijn enthousiast over zijn en je weet dat er nog nooit zo veel interactie is geweest tussen mensen, waar blijf jij dan als welzijnswerker? Welke rol heb je of kan je op je nemen? Misschien is een voorbeeldfunctie dan nog een stap te ver?
Toch bleek in de zaal dat in de nasleep van Project X in Haren jongerenwerkers in het werkgebied van deze organisatie via online contact met hun doelgroep een lokale herhaling hebben helpen te voorkomen. De aanwezige politiechef bevestigde dit. Hij vond het heel prettig dat jongerenwerkers op deze wijze interventies hadden gepleegd.
Na mijn vorige blog werd ik er op gewezen dat er groepen zijn die niet mee kunnen komen in de digitaliserende samenleving, kijk bijvoorbeeld naar hoe de overheid te bereiken is. En dat je dus niet te jubelend moet zijn over sociale media in welzijn. Daar ben ik het mee eens. Dat is een groot maatschappelijk probleem waar te weinig aandacht voor is.
Van de andere kant denk ik dat je met meer mediawijsheid in welzijn die groepen wel zou kunnen helpen. En dat koppel ik dan gelijk aan de op handen zijnde transitie en aan Welzijn Nieuwe Stijl. Online present zijn en je doelgroep daarin vaardigheden leren zodat ze zelf verder kunnen, kan een rol zijn voor welzijnswerk dat nog steeds dicht, heel dicht, bij de inwoners van wijken en dorpen staat.
De conclusie? Simpel, DOEN! Daar was deze zaal het in ieder geval mee eens.