Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Spiegeltje, spiegeltje

Bijna elk door de overheid in het leven geroepen participatieclubje, platform of commissie in Nederland heeft er een. De buurtburgemeester. Zurige mannen van boven de zestig. Vastgekleefd aan het pluche. Die uit naam van de leefbaarheid elk democratisch proces frustreren in hun zoektocht naar kruimeltjes macht en aandacht. De nachtmerrie van hen die oprecht geloven in burgerparticipatie.
Spiegeltje

Lees hier meer blogs van Teun Hofmeijer >>

De ouwe taaien zijn de krenten in de pap naar mijn smaak. Buurtburgemeesters zijn een spiegel voor het leger betaalde krachten die met hun vingers aan wijken, buurten en straten aan het pulken zijn. Spiegels hebben de neiging te tonen wat je eigenlijk niet wilt zien. En elke keer als ik politici, ambtenaren en professionals met een missie erin zie kijken, is het genieten.

Want deze zuurbekjes gaan per definitie niet liggen in het gespreide bedje dat de betaalde krachten voor hen hebben opgezet. Als verwende kinderen trappen ze er tegen aan, pissen er over heen om tenslotte juist op die plek te bivakkeren waar ze in de weg liggen. Wetend dat dit zinloos is, wringen de betaalde krachten zich toch in allerlei bochten om de lastpakken in het gareel te krijgen. Hoe mooi het schouwspel ook is, kijkend in de spiegel rijst een vraag: hoe kan het dat onze burgerparticipatie juist verzuurde zestigers aantrekt?

Het antwoord ligt in het autorijden. Zet mij op de achterbank, vastgesnoerd in een kinderzitje, en ik ga etteren. Want hoewel ik dan niet kan meesturen, het rijgedrag van de bestuurder valt ook van achteruit de auto best te beïnvloeden. Hard schreeuwen, ruzie maken met degene naast je, eindeloos jengelen om de lolly die er niet is. Reken maar dat de kans op een verkeersongeval groter wordt.

Iedereen krijgt uiteindelijk wat hij verdient, zei een wijze eens. Burgers die echt iets willen maken van hun straat, buurt of stad, willen niet op de achterbank zitten. Gezagsdragers die omwille van het najagen van hun eigen doelen burgers daar wel proberen neer te zetten, krijgen dus geheel verdiend te maken met buurtburgemeesters die hun plannen frustreren. En de grijze duiven die vanuit een schreeuw om aandacht wel op de achterbank plaatsnemen, worden door hun geëtter geheel verdiend met de nek aangekeken.

Zo bezien is burgerparticipatie het georganiseerd krijgen van wat je verdient, maar niet datgene krijgen wat je nodig hebt. Een systeem wat ons pijnigt, maar waar we, op het tandvlees weliswaar, gewoon mee door gaan. De reflex om de ogen dicht te knijpen voor het eigen onvermogen, dat is theater. Blind zijn voor de noden van anderen, klassiek drama. De wanhoop, pijn en frustratie: beter dan Shakespeare.

Omwille van het opheffen van deze treurnis zou ik als opbouwwerker natuurlijk moeten pleiten voor het achter het stuur zetten van burgers. Maar dat doe ik niet. Griekse tragedies zijn me te lief. Het zou het maar zo kunnen zijn dat ik dan niet meer krijg wat ík nodig heb. Wat dat over mij zegt? In die spiegel kijk ik liever niet.

Teun Hofmeijer (1977) is opbouwwerker in Oldenzaal en bestuurslid van Code 2.0, beroepsvereniging voor opbouwwerkers en wijkontwikkelaars. Hiervoor was hij journalist in Zuidelijk Afrika, maar ook horecaportier, geluidstechnicus, fabrieksarbeider, secretaresse en marktkoopman bij de groente- en fruitmaffia. ‘Opbouwwerk is een logisch vervolg. Een fantastisch vak waar je door tussen mensen te staan en naar hun verhalen te luisteren zicht krijgt op het organisme dat “de gemeenschap” heet.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.