Wat maakt nu dat iemand zich thuis voelt? Kunnen we het beïnvloeden? Ik wil het kunnen. Ik wil graag dat iedereen zich thuis voelt. In z’n stad of dorp. Op het werk en in ons land. Ik wil graag dat mensen zich niet overbodig voelen op het werk of overlopen voelen in de stad.
Volgens mij kan het ook. We zijn het alleen een beetje verleerd. Veel van de onderlinge solidariteit en verbondenheid tussen mensen is omgezet in een professionele band tussen het individu en de overheid. De verzakelijking is doorgeslagen. Bij de overheid, maar ook bij de gesubsidieerde instellingen en bij de door managementcursussen gedomineerde bedrijven.
De verzakelijking die we met elkaar hebben gebouwd, valt ook weer af te breken. Net als het Legokasteel dat ik met mijn zoontje heb gemaakt. Van de blokjes maken we nu weer een nieuw huis. Volgens mij begint het door mensen weer verantwoordelijkheid te geven en trots te gunnen. Op het werk en in het persoonlijk leven. Weg met die looplijnen op de werkvloer. Weg met de eindeloze papierbrij voor de verantwoording. Terug met de acceptatie van fouten. Terug met de wil jezelf vooruit te werken.
Het tweede dat veranderen moet, is weer ruimte geven aan zorg voor elkaar. Stoppen met de rattenrace van maximale productiviteit. Weg met het geweeklaag dat het allemaal aan de ander ligt. Terug met de onderlinge betrokkenheid.
Het derde dat moet veranderen, is ruimte geven voor wie anders is. Als je niet, in redelijkheid, jezelf mag zijn, hoe kun je dan ooit thuis zijn. Waar je jezelf thuis voelt, is persoonlijk en lastig te omschrijven. De basisvoorwaarden om mensen een thuisgevoel te geven hebben we wel samen in de hand. De overheid in mijn ogen voorop. Ik ben en blijf een PvdA’er.
De tweede zin trof me; ook iemand die van Utrecht houdt. Precies dat gevoel wat je omschrijft, dat heb ik ook. Al ben je dan een PvdA-er met een sterk socialistisch karakter, ik kan mij helemaal vinden in je Utrecht gevoel.