De vorige keer blogde Pieter Paul over of het jongerenwerk wel in beeld is >>
Door de audits die ik uitvoer bij jongerenwerkorganisaties in Rotterdam, is dit een terugkerend item. Als ik de organisaties zelf spreek, de jongeren en de ouders en ook de samenwerkingspartners, dan kan ik alleen maar tot de conclusie komen dat er over het algemeen goed werk verricht wordt. Het wordt lastiger als je naar specifieke onderbouwing gaat vragen. Cijfers van deelnemers aan groepsactiviteiten en aan individuele trajecten beschikbaar krijgen, is niet het punt. We komen dan toch ook uit op het maatschappelijke resultaat: waaraan zie je dat het jongerenwerk werkt voor de jongeren? Ik kom genoeg verhalen tegen waaruit dat blijkt, en niet van de minsten: jongeren zelf, hun ouders, de wijkagent en bewoners, en zelfs ondernemers.
Een van hen verwoordt het zo: ‘Als we trekken aan de bovenkant, dan wordt dat niet gezien of meegerekend.’ Met trekken aan de bovenkant bedoelt hij eigenlijk: preventief te werk gaan. Dat doet hij als ondernemer-initiatiefnemer door samen met een welzijnsinstelling jongeren stageplaatsen aan te bieden. De opleidingen zijn daar natuurlijk ook bij betrokken. Het vinden van een stageplek is namelijk niet eenvoudig en dat motiveert niet om een opleiding voort te zetten of af te ronden, met alle gevolgen van dien.
De ervaringen leren tot nu toe dat het een goed effect heeft. Het doet ook iets met de wijk, het levert verbondenheid en samenwerking op. Het verhaal was zo positief, dat ik vroeg wat dan precies de rol van het jongerenwerk is. Is dat dan nog wel nodig nu jullie zo’n goed netwerk van ondernemers en opleidingen hebben?
Daar sloeg ik de plank mis, want juist de pedagogische begeleiding en de contacten met jongeren en hun thuisfront blijken van essentieel belang voor het slagen van dit project. En er gaat ook wel eens iets mis. Dan is het juist goed dat er ook aandacht en ondersteuning is voor de jongeren. De ondernemer geeft ook aan dat de samenwerking met onder andere het jongerenwerk zo essentieel is. Dus de credits worden gedeeld.
De moraal van het verhaal is ook, dat trekken aan de bovenkant (preventief werken en uitval voorkomen) vaak niet meetelt, maar dat de ogen vooral gericht zijn op de gevallen waar al heel wat aan de hand is. De onderkant dus. Volgens mij ligt er nu juist een essentie in dat trekken aan de bovenkant, en dat moet geëxpliciteerd worden. Dat moet ook mee mogen tellen in de maatschappelijke resultaten en de opdrachten aan jongerenwerk.
In onze brochure Jongerenwerk in Beeld, waarover ik het in een eerdere blog al had, gaat het daar in feite ook over. Deze publicatie is dan ook bedoeld om te helpen de rol van het jongerenwerk meer voor het voetlicht te krijgen. Een van de onderdelen van de audits is nadrukkelijk ook het meten en verbeteren. Hoe leg je vast wat je deed, afgezet tegen je doelstelling en opdracht en wat leer je van de resultaten?
Zo doen wij dat zelf ook graag. Daarom zijn wij benieuwd naar de gebruikers van de brochure Jongerenwerk in beeld, wij zijn benieuwd naar jullie ervaringen! Als je wilt kun je daarvoor een korte vragenlijst invullen. Ik kijk met belangstelling uit naar jullie reacties en hoor graag of jullie trekken aan de bovenkant net zo belangrijk vinden als ik.