1. Vertrouwen wordt belangrijker dan meten: er komt in 2010 een einde aan alle overmatige aandacht voor het meten van prestaties en resultaten. Vertrouwen wordt weer belangrijk. Goede persoonlijke relaties worden weer op prijs gesteld.
2. Fuseren raakt uit de mode: er komt een einde aan het fusiegeweld. Welzijnsorganisaties gaan op zoek naar slimme samenwerkingsvormen. De eerste franchiseformule voor welzijnsorganisaties wordt gelanceerd.
3. Positie van vrijwilligers verandert: van lastig te positioneren doelgroep worden vrijwilligers het goud van de organisatie. Vrijwilligers eisen fatsoenlijk HRM beleid.
4. Diversiteit wordt belangrijker dan doelgroep: ouderenwerk, jongerenwerk en andere categorale werksoorten maken plaats voor diversiteit in buurten, wijken en vitale netwerken.
5. Meer ‘au’ dan ‘wauw’: het welzijnswerk focust op de pijn van haar klanten. De welzijnswerker weet waar de pijn zit en wat de behoefte van de klant is. Wij realiseren ons dat we er speciaal zijn voor die mensen die ons nodig hebben (en niet meer voor iedereen!).
6. Revival opbouwwerk: het opbouwwerk komt in een stroomversnelling van positieve energie en aandacht. We (her)ontdekken methodieken die naadloos aansluiten bij Welzijn Nieuwe Stijl.
7. Welzijnsorganisaties lanceren landelijk merk: Het eerste landelijke merk® wordt een feit. De merkwaarde is zo uitgebalanceerd dat welzijnsorganisaties massaal het merk invoeren in hun portfolio. Uiteraard is het merk beschermd en voorbehouden aan welzijnsorganisaties.
8. Social media is booming: Welzijnswerkers twitteren, bloggen, hyven en zijn te vinden op Linkedin. Via sterke sociale netwerken hervinden zij beroepstrots en laten ze zien dat ze experts zijn in sociale beweging.
9. Menselijke maat is de nieuwe moraal: en wordt belangrijker dan professionele (lees: afstandelijke) houding. De welzijnswerker Nieuwe Stijl biedt service, aandacht en een arm om de schouder.
10. Ziektepreventie wordt de derde peiler: naast participatie en zelfredzaamheid wordt ziektepreventie/gezondheidsbevordering de derde peiler van het welzijnswerk. Van meet af aan laat het welzijnswerk zien wat haar toegevoegde waarde is op dit terrein en zorgt zij voor een krachtige positionering. Vooral ‘bewegen in de wijk’ en ‘samen gezond eten’ worden speerpunten.
11. WIP: het WIP wordt opgericht, Welzijn Innovatie Platform en gaat samenwerken met ZIP, Zorg Innovatie Platform. VWS en EZ juichen dit toe en belonen het initiatief met ongekend hoge subsidies.
Anneke Krakers (1962) is sinds 2000 werkzaam als directeur bij een kleine welzijnsorganisatie. Het ondernemerschap zit in haar bloed: ze komt uit een ondernemersgeslacht met vooral bouwers in haar midden. Aannemers, schilders en timmerlui. Als maatschappelijk ondernemer maakt ze zich sterk voor de branche op lokaal en regionaal niveau en sinds eind 2007 ook op landelijk niveau. Haar onderneming WelzijnNederland helpt welzijnsorganisaties bij hun marketing en profilering.
De Welzijnswerker Nieuwe Stijl gaat niet uit van de “cliënt” maar van de sociale burger.
mijn site: http://www.goudprijs.org
De welzijnswerker Nieuwe Stijl gaat volgens mij juist niet uit van de klant (de klant-burger), maar van de sociale burger. Deze sociale burger heeft een “contract social”, of hij wil of niet. De welzijnswerker heeft als opdracht om de aso-moderne klant-burger om te buigen naar een sociale burger. De Welzijnswerker Nieuwe Stijl gaat niet uit van de “cliënt” maar van de sociale burger.
Dank voor het delen van jullie ideeën voor 2010. Wat betreft trends of wishfull thinking: in het eerste nummer van dit jaar van Ondernemen, zegt Adjiedj Bakas (trendwatcher) het volgende. “Het begint met intuïtie en instinct, maar als ik het gevoel heb dat iets een trend wordt, probeer ik dat in een vroeg stadium te onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek en andere bewijzen. Maar als dat niet lukt blijft het buikgevoel toch het belangrijkste.”
Daarom hier een onderbouwing. De Raad Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) heeft in juni 2009 een belangrijk adviesrapport uitgebracht “Stem geven aan verankering”. In deze verkenning stelt de RMO de vraag naar de legitimiteit van publiekmaatschappelijke organisaties. Hoe verwerven en behouden zij legitimiteit voor hun optreden en op welke wijze kunnen zij die in het krachtenveld van publieke opinie, overheden, wetgeving, financie- ringsstructuren en marktwerking vergroten, juist met het oog op hun primaire doelgroep: de burger? Er volgt een pleidooi voor het versterken van de relatie van de organisatie met haar doelgroep. Inzet van nieuwe media en 2.0 methoden wordt ook genoemd. Een boeiende verkenning waarbij legitimering langs de lijn van de klant wordt gezocht: http://www.adviesorgaan-rmo.nl/files/file.php5?id=183
Verder zijn mijn trends vooral ook geïnspireerd op de vele contacten die ik heb met welzijnswerkers. Of dat dan het buikgevoel is?
Dag Anneke,
Trends of wishfull thinking?
1. Qua vertrouwen hoop ik erg dat je gelijk gaat krijgen.
2. Qua fusies niet, in het welzijn werk zijn er nog zoveel Heeeeel kleine organisaties ,(<10 werknemers) ik denk dat daar met fusies nog heel wat te winnen valt. Dat moet niet gaan leiden tot mega organisaties maar wat meer schaalgrootte is wel wenselijk
3. Vrijwilligers zijn natuurlijk al hetgoud van organisaties, welzijnwerk zou niet bestaan.
zonder. Iets meer aandacht en iets gestructureerde aandacht HRm lijkt me wenselijk.
4. Diversiteit, tja zit iets in. Zeker ook als middelen efficiënter ingezet moeten worden is bredere inzet een kans
Inzet sociale media zou het gezamelijk optrekken, leren van elkaar , beter en snellere info verbeteren dus ik hoop dat je daar gelijk in krijgt.
Preventie is altijd een mooie doelstelling er zit ook een heeeel groot risico in. Het is moeilijk aan te tonen dat jouw inspanningen hebben bijgedragen aan Preventie van ....
nog een ander risico is betutteling en preventie is schier eindeloos. Efficiënt en doelgericht preventie bedrijven is lastig.
Innovatie. Ja ik denk en hoop dat dit inderdaad gaat gebeuren, er gebeurd al veel maar meer samenhang en meer van elkaar leren hierin zou heel mooi zijn ook om dreigende bezuinigingen met kracht op te vangen.
Energiek lijstje van 11!
Paar kritische 🙂 noten:
Punt 7, landelijk merk –> oppassen dat het niet een doel op zichzelf wordt. Risico van gebakken lucht.
Punt 8: social media waar welzijnswerkers op te vinden zijn –> dit zou wel eens een nieuwe tweedeling in de samenleving kunnen zijn; dan moeten welzijnswerkers juist oog hebben voor de mensen die niet (kunnen) deelnemen aan een digitaal sociaal leven.
Punt 9: sinds wanneer is professioneel = afstandelijk en zonder menselijke maat? Welke welzijnswerker herkent zich daarin?
Punt 11: aan innovatie is geen gebrek. Innoverende initiatieven verder laten groeien dan de projectfase is het eigenlijke probleem.
Zou mooi zijn als dit uit zou komen!