De vorige keer blogde Lucie over vakantie voor minima >>
Op mijn twaalfde ging ik naar de huishoudschool. Heb je het boek ‘De Woonschool’ (het boek over mijn jeugd) gelezen, dan weet je dat dat voor mij een ommekeer was in mijn leven. Ik had in die tijd besloten mezelf nooit meer te laten pesten, maar in mijn onervarenheid wist ik dit niet anders te bewerkstelligen dan door te proberen de aller populairste te zijn. Ik kreeg het voor elkaar bewonderd te worden door mijn klasgenoten, maar het laat zich raden dat ik voor de docenten onhandelbaar was. En zo kwam het dat ik in één schooljaar op drie huishoudscholen zat, waar ik steeds vanaf werd gestuurd.
Ik vond het wel best. Ik wilde helemaal niet naar school en zag in die tijd het nut van een diploma totaal niet in. Ik wilde ‘volwassen’ zijn, weg van thuis en werken. Dat is precies wat ik ging doen! Ik was amper veertien toen ik mijn eerste baantjes kreeg. Werken was voor mij nooit een straf en ik was dan ook een loyale, hardwerkende werkneemster. Het was alleen lastig om de voldoening in het werk lang te behouden: de uitdaging verdween zodra ik het werk onder de knie had. Uiteindelijk werd ik er mistroostig van, tot ik op een dag het inzicht kreeg dat ik de rest van mijn leven kon door blijven mopperen of dat ik het heft in eigen hand kon nemen en iets aan mijn situatie te gaan doen. Ik besloot tot het laatste.
Ik was 23 toen ik naast mijn werk begon met mijn opleidingen. Jarenlang ging ik drie avonden per week naar school: ik haalde een mavo- en een havo-diploma en uiteindelijk deed ik een hbo-opleiding. En ja, dat was best pittig. Mijn privéleven stond op een laag pitje, ik had weinig tijd voor vrienden. Maar wat genoot ik van alles wat ik leerde: algemene kennis en de belangrijkste levensles: niemand, behalve ikzelf, is verantwoordelijk voor mijn welbevinden. En door deze verantwoordelijkheid helemaal bij mezelf te leggen, kreeg ik controle over mijn leven.
Ik gun het iedereen om ook op deze manier tegen het leven aan te kijken, want het maakt je een stuk gelukkiger. Je blijft niet te lang hangen in ontevredenheid over persoonlijke omstandigheden. Het maakt dat je nooit ergens slachtoffer van bent.
Mijn vroegere wiskundelerares stond aan de wieg van mijn nieuwe leven. Ik ben beslist geen bèta-mens dus ik moest keihard werken om voldoendes te halen. Ik deed het graag en mede dankzij de motiverende lessen van haar en haar collega’s bleef ik geïnspireerd.
‘Waar een wil is, is een weg’ is een goed begin. Maar met de juiste mensen om je heen is het gemakkelijker gemotiveerd te blijven en je weg te blijven volgen!