De vorige keer blogde Suzanne over hoe je als opbouwwerker uitlegt wat je doet >>
Maatschappelijk werkers, schulddienstverleners, sociaal cultureel werkers, sociaal raadslieden en opbouwwerkers zitten samen in dit sociaal wijkteam. Het werkgebied van al deze werkers is het startpunt. Er is nog geen structurele samenwerking met de zorg. Ergens in een andere laag van de organisaties zijn afspraken gemaakt. Hier op de vloer moeten wij het gaan doen, samen met een kwartiermaker. De basis is de wijkanalyse gemaakt door het team.
We zijn enthousiast begonnen. Leuke mensen en een mooie wijk om in te werken. We kenden elkaar al omdat we en al samen in één pand werkten. We doen het allemaal voor en met de bewoners en we kennen de wijk met zijn allen best goed. De werkers leren elkaar en elkaars werksoort kennen. We lopen met elkaar mee en gaan samen de hort op. We proberen met elkaar op te trekken en vinden elkaar eerder.
Toch doet iedereen ook nog steeds zijn eigen ding. Het moeilijkste blijkt keer op keer weer om niet van de ander te verwachten dat hij mee doet met wat jij al deed maar om samen te zoeken naar een (nieuwe) manier van werken. En om samen naar de wijk te kijken in plaats van naar je eigen werk. Tijdens onze vergaderingen wordt dat steeds weer duidelijk. We willen delen wat we doen, waarom we dat doen en waarom dat zo belangrijk is en we willen meer. Steeds is er wel iemand met een nieuw project, een verandering of een idee. Ook gaan we samen de wijk in. Leuk bedacht, maar na een aantal activiteiten moeten we concluderen dat we niet bereikt hebben wat we wilden.
We hebben de bewoners vooral om de oren geslagen met al onze informatie te beginnen met het uitleggen welke drie organisaties er in het sociaal wijkteam zitten en wie bij welke organisatie werkt. Poeh fout, denk ik nu. We hadden natuurlijk moeten beginnen met wat dit sociaal wijkteam doet, dat wij hier allemaal deel van uit maken en dat alle bewoners in eerste instantie bij ons allemaal terecht kunnen. Weg kastjes en muren. We willen zichtbaar zijn, bereikbaar en éénduidig.
Tijdens de vergadering van het team wordt ook weer pijnlijk duidelijk hoe erg we nog in onze eigen structuren denken. Het gevoel dat het in de vergadering niet of niet genoeg over je eigen werk gaat wordt breed gedeeld. Gek dus dat je elke twee weken bij elkaar zit en niet het gevoel hebt dat het over jouw werk gaat. We waren aan het verdwalen in ons eigen werk.
En opeens, juist door steeds maar weer dingen ter sprake te brengen, kwamen we dichter bij elkaar. We hadden het over de wijk en de verschillende ingangen die de verschillende werkers hebben in de wijk. En opeens was het heel logisch. Niet: de ene partij begeleidt de overlastgever zo goed en zo kwaad als het kan en de andere partij spreekt met de mensen die overlast ervaren. Samen gaan we kijken naar de overlastsituatie. Het lijkt nu allemaal zo vanzelfsprekend, maar dat is het niet.
Sociale wijkteams vragen van de professional om te durven loslaten en om te durven verdwalen en alleen dan vind je samen in dit proces de weg.
Bedankt Suzanne voor je openheid en eerlijkheid. Loslaten en verdwalen zal ik instellen in mijn TomTom als ik de wijk weer in ga! Volgens mij kom ik dan uiteindelijk toch op mijn bestemming.