De vorige keer blogde Patty over epilepsie >>
Als je een dag van een gemiddelde verpleegkundige in het sociale werkveld naast die van een begeleider zet, ben ik benieuwd of er –naast de verpleegtechnische handelingen- grote verschillen zijn. Tegenwoordig kunnen ook SPH’ers bijvoorbeeld prima medicatie delen. Soms zijn er nog twijfels over dat SPH’ers dit niet mogen doen. Alleen is medicijntoediening geen verpleegtechnische handeling (wat vaak wel zo gezien wordt!). Het staat ook niet onder voorbehouden handeling in de wet BIG (op injecties na). Het gaat hier om vaardigheden en kennis die ook een SPH’er prima zou moeten kunnen beheersen.
Behalve medicatie delen zijn er nog meer overeenkomsten op de werkvloer. Mijn dag bestaat onder andere voor een groot deel uit algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Ik vind het niet erg om ADL te doen, dit hoort er bij. Maar deze “simpele” handelingen die voor een verpleegkundige zo simpel en gewoon zijn is – met name in het begin – voor een SPH’er een hele klus.
Wij hebben op onze opleiding niet geleerd hoe je mensen moet wassen, hoe je mensen naar de wc brengt, hoe je wonden verzorgt. Best vreemd, gezien in bijna alle doelgroepen wel iets van deze vaardigheden naar boven komt. Maar deze handelingen zijn compleet nieuw voor SPH’ers (wat je dus moet afkijken bij je verpleegkundige collega’s in de praktijk) laat staan dat we de verpleegkundigen termen kennen.
Ik neem je mee naar één van mijn eerste werkdagen in de verstandelijk beperkten zorg:
‘We werken je even in, dus we starten makkelijk.’ De vraag of ik even iemand uit bed kon halen en kon wassen. Ik had nog nooit in mijn leven iemand anders gewassen. Laat staan iemand die nog bedlegerig is ook. Het werd dan ook best een knoeipotje. Hoe kon ik iemand wassen die niet kon staan? Mijn collega antwoordde dat ik maar gewoon moest wassen zoals ik mezelf ook waste. Voor hen waarschijnlijk de normaalste zaak van de wereld, voor mij totaal nieuw. Na deze ingewikkelde klus kreeg ik de vraag: ‘Had mevrouw def?’
Eh, sorry wat?
‘Was het dunne of dikke def?’
Ik had nooit van het hele woord def gehoord. Voor verpleegkundige is dit waarschijnlijk net zo’n normaal woord als stoel. Ik noem maar wat. Ach goed, ik wist nu wat het was. Volgende vraag: ‘Heb je de cliënt getempt?’ en zo ging het maar door. Ik voelde me bijna dom.
Inmiddels is dit de gewoonste zaak voor mij om deze termen te gebruiken. Maar dat is dus anders geweest. Zo zullen er vast ook termen vanuit de SPH’er zijn die voor de verpleegkundigen onbekend zijn. Er is een groot verschil tussen de opleidingen.
Ik vind dat er in de zorg gebruikt gemaakt moet worden van deze verschillen. Waarom zou je een SPH’er ADL laten doen terwijl een verzorgende, helpende of verpleegkundige dit veel sneller en beter kan? Gebruik de specialiteiten van de SPH’er. Er zit namelijk behalve overeenkomsten ook verschillen in competenties als je kijkt naar beroepscompetentieprofielen. Er is in mijn ogen geen spraken van dat een SPH’er of een HBO-v’er beter is dan de ander. Het gaat hem om de samenwerking. Maak gebruik van elkaars kwaliteiten. We zijn een goede aanvulling op elkaar.