Hoewel zij huis en haard hadden verloren en nauwelijks waren bekomen van vaak bittere oorlogservaringen, werden zij geacht zoveel mogelijk zelfstandig een eigen bestaan op te bouwen en geruisloos in de Nederlandse samenleving op te gaan. Zo geschiedde, Indische Nederlanders – ook wel Indo’s genoemd – en Molukkers worden inmiddels door de overheid beschouwd als volledig geïntegreerd.
De praktijk blijkt weerbarstiger. In het Zorg+Welzijn magazine van oktober treft u bijvoorbeeld een reportage over het eerste landelijk onderzoek naar de gezondheid van Molukkers. Gekozen is voor de leeftijdscategorie tussen de 30 en 60 jaar, omdat is gebleken dat het sterftecijfer onder hen hoger is dan onder welke andere bevolkingsgroep in Nederland ook.
Pelita vierde op 22 september in Apeldoorn alvast het 65 jarig jubileum. Tussen anderen mocht ik een lezing geven en bij het begin daarvan stipte ik aan dat het 65-jarig bestaan eigenlijk geen heugelijk feit is. Immers, nog steeds helpt de stichting mensen die aanspraak maken op speciale oorlogspensioenen. Maatschappelijk werkers begeleiden mensen die als gevolg van oorlogs- en geweldservaringen problemen ervaren in hun huidige functioneren. Die problemen blijken zelfs steeds meer op te treden bij nakomelingen van de eerste generatie. Daarnaast neemt de vraag toe naar specifieke dienstverlening voor ouderen van de Indische en Molukse gemeenschap. Pelita is nog steeds niet overbodig.
Bijkomend heugelijk feit, zo meldde ik de toehoorders, is wel dat het jubileum aantoont dat het wel meevalt met die integratie, de ‘repatrianten’ van toen hebben kennelijk nog steeds een eigen identiteit. En toen zag ik veel mensen glimlachen in de zaal.