De vorige keer blogde Lennard over instellingsdenken >>
Ik ben thuis en lees met een bak thee de krant op mijn iPad. Mijn vriendin appt me, of ik nog wat lekkers wil hebben voor bij de koffie vanavond. Toevallig bladerde ik in de digikrant net voorbij een aanbieding van de AH: appelkoeken. Lekker! Ik maak een printscreen en ik app haar de foto. Ik leg mijn voeten op tafel en blader op mijn telefoon vast door de thuisbezorgen app heen. Als ze dan zo thuis komt, is het eten al bijna hier.
Hulpverleners verspillen nog steeds een te groot deel van hun tijd achter een bureau met daarop een PC. En niet zomaar een PC, nee nee, een PC met programmatuur waar je als een volleerd DJ van softwarepakket naar softwarepakket moet switchen om je uren bij te werken, het dossier van een cliënt in te vullen, risico’s te taxeren, ROM in te vullen, vrije dagen aan te vragen, mail te sturen en te chatten met cliënten.
In de zorg wordt weleens geëxperimenteerd met een app, maar dit komt er altijd weer naast of bij. ‘We moeten al zoveel’, is een veel gehoorde uitspraak. Thuis raak ik mijn laptop nauwelijks nog aan. Ik regel alles met apps. Ik word zelfs enthousiast van nieuwe apps en updates. De tegenstelling kan bijna niet groter. Het lijkt soms wel of we niet hard genoeg durven te innoveren met elkaar.
Een slecht voorbeeld is de huidige cliëntportalen. Vaak zijn dit nog steeds geen apps. En een beetje cliënt heeft tegenwoordig acht portalen; van de huisarts, naar de apotheek, tot aan het ziekenhuis. Het is uiteraard goed dat we de data bereikbaarder maken, maar we kunnen een cliëntportaal per instelling toch niet echt een stap vooruit noemen. De lat ligt hier echt te laag.
Tegelijkertijd begrijp ik waar het vandaan komt. We zijn jaar in en jaar uit teleurgesteld door de niet uitgekomen beloftes van de ICT. Altijd te laat of te langzaam en het voldeed nooit aan de eisen. Er is echter de laatste jaren wel iets veranderd. De internet- en app-revolutie zijn gaande. Het wordt tijd dat we de schroom van ons afwerpen en we nu echt eens gaan vragen, misschien wel eisen, dat er een revolutionaire stap vooruit gezet wordt.
Wat voor revolutionaire stap dan?, hoor ik u denken. Denk aan een cliënt die zelf een app kiest voor het werken aan zijn doelen, welke door hemzelf worden beschreven en direct als onderdeel van zijn behandelplan in het EPD worden opgenomen. Dat hoeft een hulpverlener dus niet meer te doen. De eerste winst is binnen. Denk aan een hulpverlener die op afstand kan zien hoe goed of slecht het gaat met zijn cliënt waardoor hij tijdig kan ingrijpen. Perfect toch?
Risico-inschatting, dossiers en zelfredzaamheidswaardes die eenvoudig via één app kunnen worden bijgewerkt zonder allerlei overlap. Een gemeente die via een app aggregeert en geanonimiseerd kan volgen hoe goed de cliënten uit zijn gemeente het doen dankzij de inzet van u en uw instelling. Het klinkt ver weg, maar het is o zo dichtbij.
Ik vraag u de lat hoog te leggen en breder dan uw eigen silo te denken. Pen uw visie neer en zoek de juiste partijen die samen met u die visie waarmaken. Laat u alsjeblieft niet tegenhouden door de dooddoener dat uw EPD leverancier niet wil of pas in 2017 tijd heeft om met u mee te kijken. Er zijn genoegd leveranciers die wel willen en kunnen. Denk groter, denk hipper, denk radicaler. De toekomst is dichterbij dan u denkt.
@G Van Geenen: Cliënten houden een app bij als de inspanning opweegt tegen de winst die ze ermee behalen. ZO niet, dan stoppen ze er mee. En als ze bijv een stemmingsapp steeds minder vaak gaan invullen kan dat een signaal zijn dat het minder goed met ze gaat. Kortom, ook iets niet doen kan belangrijke input zijn voor een hulpverlener om contact op te nemen.
Laten we alsjeblieft niet stoppen met dromen!
Het overnemen van het voorbeeld van succesvolle apps van bedrijven als Apple en AH doet me denken aan een voetbalcoach van mijn zoontjes voetbal team, die ervan droomt dat de strategie van Ajax of Barcelona in ons team hetzelfde succes zal brengen. Met alle respect denk ik dat de GGZ-instellingen niet vergeleken moeten worden met de bedrijven die de succesvolle apps in deze wereld op de markt brengen. En ook niet met de succesvolle nieuwe apps en ontwikkelaars; want tegenover elke geslaagde app staan er vast wel 50 (of 150?) mislukte pogingen? Ik vraag me af of de GGZ-clienten die je juist in de gaten moet blijven houden (bv die na enige tijd hun pillen niet meer slikken) wél hun app goed blijven bijhouden? Of waarheidsgetrouw blijven invullen?