De dossiers zijn afkomstig uit een deel van Amsterdam met een relatieve oververtegenwoordiging van mensen met een andere culturele achtergrond. Vooral de Marokkaanse en Turkse afkomst komen veel voor in de caseload.
Een algemeen beeld van de problematiek is vooral de moeite die ouders hebben met het bieden van een dagelijkse leefstructuur aan de kinderen. Deze moeite wordt veroorzaakt door een aantal terugkerende problemen. Met name de eigen geestelijke situatie, huiselijk geweld en soms regelrechte verwaarlozing zijn aan de orde. Het meest schrijnend: een moeder die naar het buitenland vertrekt en een briefje en wat geld achterlaat voor de kinderen. ‘Sorry ik ben over een week weer terug.’ Een ander voorbeeld: een kind dat van baby af aan gestraft wordt voor het maken van geluid en nu op tweejarige leeftijd nog steeds geen geluid maakt en niet praat.
Bij vier van de gezinnen is er sprake van huiselijk geweld waarbij vooral de vader de boosdoener is ten opzichte van de vrouw en of kinderen. Dit geweld neemt verschillende vormen aan, maar in alle gevallen is terug te lezen wat voor effect dit heeft op het kind. Angstig, teruggetrokken, niet durven spelen of praten enzovoort. In negen gevallen is de moeder de enige opvoeder. Al is bij een groot deel van de gezinnen de vader nog wel deels betrokken. In vier gevallen spreekt de opvoeder geen Nederlands omdat taalles niet mocht of vanwege uithuwelijking.
Bij alle gezinnen zijn meerdere instanties betrokken. Sinds enkele jaren worden deze expliciet vermeld in de dossiers. Uiteraard zijn uiteraard Bureau jeugdzorg en Altra betrokken. Daarnaast komt een scala aan collega instellingen voorbij en veelal is dit de Geestelijke Gezondheidszorg, Algemeen Maatschappelijk werk en de schuldhulpverlening. In vier gevallen is er duidelijk sprake van ernstige psychische problematiek. In één geval is er sprake van harddrugsverslaving en tenminste twee moeders zijn dakloos geweest met kinderen.
Verbazingwekkend vind ik dat de inkomenssituatie in bijna de helft van de dossiers niet is terug te vinden of na veel speurwerk. Armoede problematiek speelt in bijna alle gevallen een rol. In twee gevallen wordt gesproken over werk van moeder en of vader. De relatie tussen de opvoedingsproblematiek en het gebrek aan economisch perspectief wordt in diverse dossiers rechtstreeks gelegd. Een dagbesteding kan enorm bijdragen een het brengen van structuur in het dagelijks leven en ook voor de kinderen. Bij uitstek iets waar deze ouders moeite mee hebben blijkt uit de zorgindicaties.
Ik realiseer mij dat de steekproef geen representatief beeld geeft van de werkelijkheid. Duidelijk is wel dat in alle situaties er sprake is van een veelheid aan problemen. Ik realiseer mij dat er honderden gezinnen bij Altra in de caseload zitten. De verhalen zullen niet veel afwijken van bovenstaande. Pas dan word duidelijk dat in een stad als Amsterdam waarin zovele instanties werkzaam zijn het verdriet en het leed achter al die voordeuren groot is en de problemen niet eenvoudig te verhelpen zijn.
Jacko van der Meulen (1971) is werkzaam als regiomanager bij Altra, een organisatie voor geïndiceerde jeugdzorg en speciaal onderwijs actief in de regio Amsterdam. Zijn werkervaring ligt op het terrein van jeugdzorg, LVG problematiek en arbeidsmarktbeleid in het publieke domein.