Een eerste reactie is dat je burgers direct moet betrekken bij verschillende vraagstukken. Het gaat over hen, zij zijn de doelgroep. We houden ervan mee te denken en te reageren. Daarnaast is het goed om in het begin van een traject het verschil van mening en belang bespreekbaar te maken en te streven naar consensus. Dit voorkomt energievretende bezwaar- en beroepsprocedures nadien. Maar hoe organiseer je dit?
Om een breed gedragen visie op de transformatie van de jeugdzorg te krijgen is er in de regio Brabant Noordoost een consultatietraject gestart. Jeugdzorgaanbieders, Bureau Jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugd-LVB, jeugd-GGZ, welzijnsorganisaties, Wmo-raden en cliëntenraden kregen tot februari de kans om op de conceptvisie te reageren. Hiervoor zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd. Zo ook met de cliëntenraden van de diverse jeugd(zorg)instellingen.
Ik kan niet anders zeggen dan dat de avonden een groot succes waren. Wat een energie en betrokkenheid! Mensen spraken met hun hart en waren soms geëmotioneerd. Men was blij verrast dat ze in dit stadium van de transformatie betrokken werden. Dat ze niet achteraf, als alles toch al besloten is, mee mogen denken. Ze gaven aan dat ze blij waren dat er nu echt naar hen geluisterd werd. Op de vraag of ze mee willen denken om de visie te vertalen naar een concreet uitvoeringsplan was het antwoord: ‘natuurlijk heel graag’.
In eerste instantie had ik mijn twijfels over de werkwijze om eerst als gemeenten een conceptvisie te formuleren en daarna pas het veld en de burger te betrekken. Natuurlijk begrijp ik dat 20 gemeenten eerst op één lijn moeten komen voordat ze daadwerkelijk als één regio gezamenlijk naar buiten treden. Maar hoe zit dat dan met participatie? En de mogelijkheid om burgers deelgenoot te maken van het proces. Het principe van ‘samen weten we meer dan alleen’. Het gebruikmaken van de collectieve kennis en het bieden van een platform om actief mee te denken en te doen. Door de breed opgezette consultatiefase vindt de participatie toch al plaats in de fase van visievorming. Alle reacties worden bekeken en verwerkt in het consultatiedocument. Hierin wordt aangegeven waarom een reactie wel of juist niet is opgenomen in de definitieve visie. Dit stuk is openbaar en mensen kunnen zien wat er met hun reactie gedaan is. Vervolgens start de besluitvormingsprocedure in iedere gemeente. Ik vind het belangrijk dat door deze aanpak de burger invloed heeft kunnen uitoefenen op de visie voordat het stuk in de besluitvormingsmolen van de gemeente komt.
In de fase van visievorming kun je burgers en belangengroepen best een concept voorleggen. Een visie is nog zo abstract en algemeen. Je kunt het niet oneens zijn met kreten zoals: dichterbij de burger, één gezin één plan, minder bureaucratie en inzetten op eigen kracht. Mensen willen weten wat het concreet voor hen gaat betekenen. Het wordt pas interessant als dit is geconcretiseerd en vertaald naar de praktijk. Hiervoor heb je de hulp van (ervarings)deskundigen nodig. De vertaling van de visie op de jeugdzorg naar het uitvoeringsplan wordt in Brabant Noordoost de komende maanden dan ook in samenspraak met de diverse partijen gedaan. Werkgroepen met daarin vertegenwoordigers van diverse belangengroepen vertalen de visie naar de praktijk. Er zullen desondanks verschillen van mening zijn en minder populaire keuzes gemaakt worden. Dit kun je niet voorkomen. Ik denk echter dat de bereidheid om deel te nemen aan de werkgroepen niet zo groot zou zijn zonder de consultatiefase.
Participatie maakt bondgenoten van burger en bestuurder en verkleint zo de kloof tussen beide. Ik hoop dat we door deze aanpak tot een breed gedragen uitvoeringsplan komen dat daadwerkelijk voor een transformatie in de jeugdzorg in Noordoost Brabant leidt.
Linda de Kroon is adviseur bij K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd en momenteel nauw betrokken bij het aanjaagteam Transitie in de regio Noordoost Brabant.