‘Tegenprestatie naar Vermogen’ heeft alles in zich om de term van 2013 te worden. Ga maar na: heel veel mensen krijgen er mee te maken, over de invulling bestaat alom verwarring en onduidelijkheid, niet iedereen staat te trappelen om een tegenprestatie te mogen leveren – zacht uitgedrukt – en het debat over zowel de praktische als de morele kant (‘dwangarbeid?’) is nog niet uitgebreid gevoerd. Genoeg voor een jaar vol grote krantenkoppen, stevige discussies en een verhit debat via social media.
Wie krijgen er allemaal mee te maken? Ten eerste alle mensen met een bijstandsuitkering. Zij worden wettelijk verplicht om in ruil voor hun uitkering een tegenprestatie te leveren. En via hen heeft dat uiteraard ook invloed op de mensen in hun directe omgeving. Dan de lokale vrijwilligers- en andere maatschappelijke organisaties. Bij hen zullen veel ’tegenpresteerders’ zich – moeten – melden om de onbeloonde maatschappelijk nuttige activiteiten te verrichten. En tenslotte alle gemeenten, die de wettelijke verplichting tot tegenprestatie uit gaan voeren.
Vloek of zegen? Niet iedereen zal juichend aan de slag gaan. Zoals de mensen die zo ziek zijn dat ze niets voor een ander kunnen betekenen. Alleenstaande moeders met kleine kinderen, die alleen tijd kunnen vrijmaken als ze kinderopvang hebben. Of overbelaste mantelzorgers die niet op nog een verplichting zitten te wachten.
Toch zijn er ook al positieve ervaringen. Werk-leerbedrijf Orionis uit Walcheren selecteerde 1000 kandidaten uit het zogenoemde ‘granieten bestand’ van de bijstand. Orionis verwees hen in groepjes van acht op hun rechten én plichten als uitkeringsgerechtigde. Per groepje was er een gastspreker die vertelde over zijn of haar positieve ervaringen met vrijwilligerswerk of maatschappelijk nuttige activiteiten. Uiteraard was er gesputter, maar opvallend vaak werden de deelnemers in de loop van de gesprekken positief. Inmiddels verrichten 150 mensen nuttige activiteiten voor speeltuinvereniging, zorgcentra en buurt- en wijkverenigingen. Ze lezen de krant voor, helpen bij de bingo, wandelen met ouderen of doen eenvoudige klussen.
Praktische bezwaren zijn er uiteraard ook. Nog los van het feit dat niet iedereen een tegenprestatie kán leveren is er de vraag of elke gemeente wel voldoende activiteiten heeft die zowel onbetaald als maatschappelijk nuttig zijn. Wie gaat dat allemaal organiseren en coördineren? En hoe ga je om met een onvrijwillige vrijwilliger? Ziet u uw buurman al met een chagrijnig gezicht koffie schenken in het verzorgingstehuis?
Kortom: het wordt een spannend jaar. En daarna eens kijken of Tegenprestatie-naar-Vermogen het heeft geschopt tot woord van 2013.
Wil Verschoor werkt voor MOVISIE als manager van het Programma Participatie.
Beste Wil,
Mooi artikel. Ik moest wel ineens denken aan een stukje van mij in 2011 waar ik schreef dat het woord ‘doordewijker’ binnen enkele jaren in de Dikke van Dale komt te staan. We hebben in ieder geval nog steeds die ambitie.
We spreken elkaar hopelijk weer snel.
Suzanne Rietveld, stichting DoorDeWijks.