De vorige keer blogde Lucie over het doorbreken van uitzichtloosheid >>
Een insteek die mij erg aanspreekt. Helpen kun je doen door de problemen voor anderen op te lossen maar natuurlijk is het beter te helpen door mensen in te laten zien waartoe ze zelf in staat zijn. Door ze te laten ervaren hoe goed het voelt de regie in eigen hand te nemen en zichzelf verantwoordelijk te voelen. Dat dit de enige weg is naar een gelukkiger leven weet ik uit eigen ervaring.
En toch, er is nog meer nodig dan alleen deze manier van werken. Mijn ouders hadden talloze problemen maar die wilden ze absoluut niet delen met het maatschappelijk werk (MW), dus konden ze ook niet worden aangespoord zelf oplossingen te vinden. En waarom? Heel simpel eigenlijk: mijn ouders is nooit de vraag gesteld ‘waar kan ik u mee helpen’?
Ik ben opgegroeid in een wijk met 62 gezinnen met soortgelijke problematiek als mijn ouders. Op de hoek van de wijk was het kantoor van het maatschappelijk werk om al deze mensen te ‘verbeteren’. Een idealistisch project maar helaas mislukt, want mensen laten zich niet vertellen hoe ze moeten leven. We weten dit inmiddels heel goed, maar blijven desondanks al te vaak proberen het leven van anderen te verbeteren met onze eigen normen en waarden als leidraad.
Maatschappelijk werkers kwamen veelvuldig bij ons over de vloer met het goedbedoelde idee ‘betere burgers’ van mijn ouders te maken. Bijvoorbeeld zo: mijn broertje lustte geen warm eten. Om geen conflict aan te hoeven gaan, gaf mijn moeder hem gewoon dagelijks gekookte aardappels met appelmoes, dit alles goed dooreen geprakt met een flinke schep suiker. Mijn broertje was hier zeer tevreden over. Netty, de maatschappelijk werker die bij ons over de vloer kwam, probeerde mijn ouders duidelijk te maken dat dit zeer ongezond was en dat het beter was om mijn broertje gewoon met de pot mee te laten eten.
Ze vertelde hierbij dat mijn ouders dan wel een beetje door moesten zetten, zodat hij uiteindelijk vanzelf gewoon mee zou gaan eten. Ze had natuurlijk gelijk. Dat wisten mijn ouders ook. Alleen, mijn ouders hadden haar niet om advies gevraagd en voor de zoveelste keer werden ze ongevraagd gewezen op dingen die ze niet goed deden en beter anders konden doen.
De weerstand van mijn ouders tegen het maatschappelijk werk is in dit licht heel begrijpelijk. Hoe anders was het geweest als Netty van meet af aan gevraagd had ‘waar kan ik u mee helpen?’. Als mijn ouders uiteindelijk vertrouwen in haar hadden gekregen zouden ze haar vast op een zekere dag gevraagd hebben hoe ze om konden gaan met het eetprobleem van mijn broertje. Vervolgens had Netty door de juiste vragen te stellen, mijn ouders zelf de ruimte kunnen geven een oplossing te bedenken. Daarna had ze mijn ouders kunnen coachen in het uitvoeren van hun zelfbedachte oplossing. Of dit alles het eetprobleem van mijn broertje opgelost zou hebben, is in essentie totaal onbelangrijk. Want doordat ze leerden zelf verantwoordelijkheid te nemen, hadden ze kunnen groeien tot krachtiger en gelukkiger mensen.
Mijn broertje is niet ziek geworden van aardappels met appelmoes. Wel heeft hij, net als mijn ouders, veel moeite met verantwoordelijkheid te nemen voor zijn problemen en voor zijn eigen leven. Hoe mooi zou het geweest zijn als hij van mijn ouders een ander voorbeeld had gekregen.
De afgelopen weken heb ik professionals in mijn netwerk geraadpleegd met de vraag of vraaggestuurde hulpverlening tegenwoordig een gangbare werkwijze is. Ik kreeg verschillende reacties. De één zegt dat dit nog veel te weinig wordt toegepast, de ander geeft aan dat ze er aan werken, maar nog erg zoekende zijn. Niemand geeft aan dat het helemaal lukt om op deze manier te werken.
Ik nodig iedereen uit ook te reageren.
Mirjam, die onwillige cliënten waren er altijd al denk ik. Ik zou wensen dat er meer energie gestoken werd in de kinderen ‘van’. Deze kinderen zien meestal geen kansen. Wat je ziet is dat deze kinderen vaak hetzelfde leven gaan leiden als hun ouders, generaties lang. Hierin valt een heleboel te doen, hierin zie ik dat de cirkel van generaties lang problemen doorbroken kan worden. En natuurlijk kunnen we de ouders niet geheel aan hun lot overlaten maar willen we een oplossing op lange termijn dan zie ik daar kansen.
Een paar reacties komen bij me op:
-wijkteams moeten er op af (straks ik ook), ik vrees de onwillige cliënt, waarbij we wellicht aan veel dode paarden moeten trekken.. ‘hulpverlenen’ wordt een vies woord (zo is mij verteld), het lijkt dat ik afscheid van mijn vak moet gaan nemen..
-daarnaast heb ik ervaring met de genoemde doelgroep (volgens mij in jouw oude stad). En dat soort trajecten duren lang, soms wel 3 jaar! in golfbewegingen kun je mensen helpen weer een stapje te zetten. Wanneer ik meer ‘Mirjam’ werd in de ogen van de cliënt, en minder die mw’er die ergens werkt, kon ik meer bereiken: samen MET de klant. Maar hoe kunnen we dat nog doen als we vooral niets zelf meer mogen doen? en in moeten zetten op netwerk en eigen kracht? lastig. ik weet het niet!
Dank voor jullie reacties MS Stolp en N Schoonebeek. Fijn om te horen dat jullie je al jaren richten op het empoweren van mensen, dat juich ik immers erg toe.
Ik geloof zondermeer dat het MW niet meer werkt op de manier als destijds. En tegelijk was de manier van werken destijds niet persé verkeerd, het waren andere inzichten die nu niet meer passen in onze samenleving dus natuurlijk zul je jezelf hier niet in herkennen.
Maatschappelijk werkers willen mensen graag helpen, dat is van alle tijden. Mensen willen niet altijd geholpen worden, dat is ook van alle tijden. Ik weet niet of dit herkenbaar is in jullie geval maar ik krijg veel voorbeelden van ‘trekken aan een dood paard’. Talloze verhalen van hulpverleners met een engelengeduld die maar blijven proberen. Mijn ouders deelden geen problemen met het MW, met uitzondering van hun financiële probleem. De verhalen die ik nu hoor van MW-ers zijn nog hetzelfde als destijds.
Mijn ouders wilden verder niet geholpen worden. Niemand van de 62 gezinnen waartussen ik ben opgegroeid wilde geholpen worden, behalve dan met de financiën: regelingen met schuldeisers, voorkomen van uithuisplaatsing vanwege huurachterstand.
Had een langere tekst voorbereid maar maar mag maar 1500 tekens plaatsen 🙁
Ik kan me helemaal aansluiten bij de reactie hierboven! Ik heb 13 jaar als maatschappleijk werker gewerkt en mijn ervaring is dat als er een beroepsgroep is waarbij het uitgangspunt is om aan te sluiten bij de vraag en eigen kracht van de client, is het wel het maatschappleijk werk! In de werkwijze van Netty herken ik mij en mijn collega’s totaal niet.
Het beeld wat hier geschetst wordt van het maatschappelijk werk herken ik helemaal niet. Ik werk sinds 8 jaar als maatschappelijk werker, en mijns inziens richten wij ons voornamelijk op het ‘empoweren’ van mensen; Hoe kan iemand het weer verder zelf, al dan niet met behulp van het eigen netwerk? Ik krijg bij dit stukje het gevoel dat ‘we’ erg belerend en normatief bezig zouden zijn, alsof wij wel weten wat goed is voor de cliënt en wij het wel eens even zullen vertellen. Nonsens! Geen wonder dat met zo’n zienswijze gevonden wordt dat het maatschappelijk werk zijn beste tijd wel gehad heeft!
En dan nog: de vraag :waar kan ik u mee helpen’ is over het algemeen de eerste vraag die gesteld wordt in de hulpverlening!