De vorige keer blogde Anneke over dat het wel ietsje zakelijker mag! >>
Het is alweer een tijdje geleden dat ik op bezoek ga bij een klant. Ik word hartelijk ontvangen door de dame achter de receptie. In de wachtkamer is veel te zien en al gauw zit ik verdiept in een leuke flyer van het sociale wijkteam. Net als ik mij verbaas over het ontbreken van de namen en foto’s van de medewerkers van het wijkteam, hoor ik mijn naam. ‘Mevrouw Krakers?’ Ik zie een aardige man van middelbare leeftijd. Ik sta op en geef hem een hand. Hij stelt zichzelf voor als Ron. Hij is niet diegene met wie ik de afspraak heb.
Ron vertelt dat mijn afspraak hem heeft gevraagd om mij even op te halen. Het is nogal een eindje lopen en hij was in de buurt. We gaan op pad. En omdat het een eindje lopen is vraag ik hem welk werk hij doet bij deze organisatie. Dan stort hij zijn hart leeg. ‘Vroeger kon ik nog mensen helpen. Toen had ik nog een vak. Ging ik met plezier naar mijn werk. Waren er iedere dag wel klanten die ik blij kon maken. Nu is dat niet meer zo. Sinds we een nieuwe directeur hebben en er bezuinigingen zijn aangekondigd ben ik alleen nog maar papieren aan het invullen. En de ene na de andere collega wordt ziek wiens werk ik er dan ook nog eens bij mag doen. En nu denken ze het op te lossen door ons in wijkteams te stoppen maar zie jij het al voor je? Dan weet toch niemand meer waar hij aan toe is.’
Ik luister naar zijn verhaal en hoor hoe gekwetst hij is. Ik leef met hem mee. ‘Wat rot voor je.’ En op het moment dat ik hem wil vragen wat hij gaat doen, zijn we er. We wensen elkaar een fijne dag.
Ron is duidelijk een man met een groot hart voor zijn vak. Een vurige passie die helaas gedoofd is. Hij heeft misschien te veel deuken opgelopen. Maar wat gaat hij doen? DOEN. Ik bedoel: als Ron aan mij, een wildvreemde, zo zijn verhaal vertelt is de kans groot dat hij dit ook zo aan ieder ander vertelt. Klopt? En dan zijn er in mijn ogen alleen maar verliezers. Op de eerste plaats Ron zelf. Maar ook zijn organisatie zal de ernst van deze situatie inzien. Klagende medewerkers zijn niet aantrekkelijk voor klanten en opdrachtgevers.
Dus ja, ik heb het weer over passie. En hoe belangrijk passie is. Dat je houdt van je werk, dat je dit uitstraalt (niet als een truc maar gewoon omdat het zo is), dat anderen het vuurtje in jou zien.
Zeker voor Ron maar ook voor mij en jou geldt dat je er wel iets aan moet DOEN om je passie brandend te houden. Dat gaat niet vanzelf. Om een begin te maken kun je nu jezelf de vraag stellen: het werk wat ik nu doe, is dit het allerliefste wat ik doe? Wees eerlijk in je antwoord. Als je dit wilt kun je jouw antwoord hieronder delen.