Lees hier meer blogs van Tineke van Uden >>
Het is wel even anders dan in de stad waar om de haverklap een stoplicht me ophoudt, een bus de weg op wil, de huizen op elkaar staan en het groen geminimaliseerd is tot een veldje om honden uit te laten. Rust en ruimte, weg van de drukte, wat moet het hier vredig zijn.
Maar schijn bedriegt. Ook hier wonen mensen met beperkingen of gevoelens van onmacht omdat het water ze aan de lippen staat door financiële of relatieproblemen. Ik lees of hoor er niet zoveel over in de media. De beleidsstukken, artikelen en nieuwe ideeën die ik tegenkom zijn toch vooral geënt op wijkaanpak en stedenproblematiek. We hebben het over burgerkracht, opbouwwerk en sociale cohesie maar die wordt nog steeds sterk bedacht vanuit bestaande voorzieningen in wijken en steden met een uitgebreide infrastructuur.
In veel dorpen is geen wijkgebouw of een sociaal werker die dagelijks aanwezig is. Veel voorzieningen zijn verdwenen. Je gezicht laten zien in de wijk bijvoorbeeld is nogal onhandig waar het ‘t platteland betreft. Je zult meer aansluiting moeten zoeken bij bestaande verenigingen en ontmoetingsplaatsen om gezien te kunnen worden. Ik stuit ook regelmatig op het misverstand dat juist op het platteland mensen elkaar beter zouden helpen. De hulp die men elkaar biedt is vaak praktisch en van onmisbare waarde en kwaliteit, maar over dieper liggende oorzaken en problemen spreekt men liever niet. Ons kent ons, maar het is ook iedereen kent iedereen. Juist om die reden wil men niet dat anderen weten dat er bijvoorbeeld financiële problemen spelen of het huwelijk niet goed gaat. Signalen komen ook later of anders naar buiten.
Het is niet zozeer dat wat ik lees over wijkaanpak of landelijk beleid me ergert maar ik vraag me wel af of hierin voldoende handvatten zitten voor werken in de buitengebieden en of daarin voldoende rekening gehouden wordt met de afwezigheid van voorzieningen. Een goede reden om eens een paar collega’s uit het vak op te gaan zoeken in Limburg. Zij zijn werkzaam bij Vorkmeer, een brede welzijnsorganisatie die net als de rest van Nederland bezig is het nieuwe sociale werk toe te passen maar dan binnen kernen in plaats van wijken.
Ook zij zijn druk bezig met zelfsturing, met de sociaal werker als generalist en met het versterken van de verbinding tussen de verschillende loketten zodat burgers niet tussen wal en schip raken. Interessant om te horen hoe zij daarmee bezig zijn en hoe je toch, door onder meer outreachend te werken, burgers in kleinere gemeenschappen en op het platteland kunt bereiken. Het voornemen is ontstaan om deze kennis meer te gaan bundelen en delen, we laten nog weten hoe.
Tineke van Uden (1965) werkte in haar gevarieerde loopbaan met jongeren in de jeugdhulpverlening zoals opvangcentra, internaat, op straat en in het sociaal cultureel werk. In het volwassenenwerk deed zij ervaring op in de vrouwenopvang en stapte daarna over naar het maatschappelijk werk. Inmiddels is zij zelfstandig onderneemster en traint en adviseert organisaties rondom outreachende hulpverlening. Daarnaast is ze parttime docent Sociale Studies ben bij Avans Hogeschool ’s Hertogenbosch.
Natuurlijk is alleen “je gezicht laten zien” niet voldoende en heeft het niets met methodiek te maken, maar een complete methodiek beschrijven in een weblog is helaas onmogelijk. Er is echter weinig methodiekbeschrijving over outeachend werk in bv agrarische gebieden, dit heb ik ervaren vanuit een project waarbij met agrariërs gewerkt werd. Het is met name bedoeld om aandacht te vragen voor de onderbelichting van de problematiek en ook op andere manieren ben ik hiermee bezig.Dus het is prettig dat hier op gereageerd wordt. Overigens vind ik de “hotspots” zeer zeker niet irrelevant, het leren kennen van de doelgroep en een toegevoegde rol vervullen is uiteraard cruciaal. Maar ook het zorgen voor een goed contact met erfbetreders kan bijdragen aan het ondersteunen van mensen in hun welzijn. Mocht je suggesties, ideeën, aanvullingen hebben dan verneem ik die uiteraard graag.
Het zogenaamd “je gezicht laten zien” wordt vaak gebruikt. Alhoewel het vaak letterlijk zo als doel wordt aangenomen en uitgevoerd heeft het weinig te maken met een methodiek. Het is een onbeholpen wijze om aan te geven dat je “onder de mensen” bent of je “in de gemeenschap” bevind. Om jongeren & mensen algemeen te kunnen ondersteunen of helpen moet je contact leggen waar ze zich ophouden. Platteland of stedelijke omgeving kennen nuance verschillen in zg “hot spots” maar is irrelevant. Ken je doelgroep & vervul een toegevoegde rol in de lokale omgeving.