Lees hier meer blogs van Dik Hooimeijer >>
Ik heb aangegeven dat de vier grote welzijnsorganisaties in Den Haag samen een welzijnsmanifest gingen uitbrengen. Dit manifest kunt u onder andere vinden op de website van MOOI. Vier jaar eerder is ook een Haags welzijnsmanifest uitgebracht dat op belangrijke onderdelen door het toenmalige nieuwe college is overgenomen. Nu hebben we in tegenstelling tot vier jaar geleden te maken met stevige bezuinigingen. De vraag hier was dus ook of de politiek dan toch oog zou hebben voor dit welzijnsmanifest.
Heeft het Haags Welzijnsmanifest 2010-2014 gewerkt en is dat ook terug te vinden in het akkoord van het nieuwe college? Tijd voor verantwoording dus. Het manifest beschrijft in Den Haag acht aandachtspunten. De eerste drie gaan over de – belangrijke – rol van het welzijnswerk op het terrein van leren, ontwikkelen, participeren en werken. Welnu, op die punten is het manifest succesvol gebleken. Het collegeakkoord zegt letterlijk “Wij geven de activering in nauwe samenhang met welzijnswerk vorm”. Niet eerder is dit zo duidelijk geformuleerd.
Op dit moment voer ik gesprekken met de Dienst Sociale Zaken en de wethouder sociale zaken hoe wij in de toekomst hierin gaan samenwerken. En daarmee zit ik met partners aan tafel die ook werkelijk een belangrijke rol voor het welzijn zien. Minder re-integratiebedrijven, meer samen met het lokaal welzijnswerk, omdat juist de lokale, of beter de wijk- en buurtaanpak voor bepaalde doelgroepen effectiever kan zijn.
Ook heeft men daarmee oog voor de Hagenaars die de boot dreigen missen. Men investeert in armoedebestrijding, zeker als dit de participatie van burgers blokkeert. Deels vanuit het motief die groep toch kansrijk te maken. Verder gaat het nieuwe college investeren in brede scholen waarbij de rol van de welzijnsorganisaties nog eens extra wordt onderschreven. In het bijzonder de preventieve functie, laagdrempelige lichte ondersteuning aan kinderen en ouders. Ook als verbinding naar de buurt ziet men dit als een belangrijke taak.
Wij hebben inmiddels begrepen dat het nieuwe college wel degelijk op deze punten het welzijnsmanifest heeft betrokken. Minder duidelijk is dit op het gebied van de lichte zorg en ondersteuning aan ouderen en gehandicapten. In het bijzonder de WMO ontwikkeling. Deels heeft dit te maken met het gegeven dat er nog een kabinet gevormd moet worden. Welke gevolgen dit gaat hebben voor de WMO is nog onduidelijk. De rol die wij in Den Haag zien bij het thema “gezond leven” is niet terug te vinden in het akkoord.
In Zoetermeer zien wij minder punten terug in het collegeakkoord. Dat heeft naar ons idee vooral te maken met het feit dat het in deze stad een “MOOI manifest” betrof. Dus niet samen met andere organisaties. Daarmee wellicht aangetoond het belang om in steden als welzijnsorganisaties vooral samen op te trekken. Ben ik tevreden? Ja, zeker in Den Haag zijn de welzijnsorganisaties serieus genomen. En zo hoort het.
Lees ook over het Haagse Welzijnsmanifest: Een wereld te winnen.
Dik Hooimeijer (1954) is lid van de raad van bestuur van Stichting MOOI, een welzijnsorganisatie in Den Haag, Zoetermeer en omstreken. Binnen de organisatie heeft hij Marketing & Innovatie als aandachtsgebied. Sinds 1975 is hij werkzaam in de welzijnssector. Hij noemt zichzelf een absoluut welzijnsdier, maar is ook een oprecht criticaster. Naar zijn oordeel is het welzijn te weinig innovatief en speelt het niet altijd in op de tijdgeest.