Net als vele andere Turkse mannen die in het buitenland als gastarbeider hebben gewerkt en zijn teruggekeerd naar hun vaderland, vindt deze man het leuk om iemand te ontmoeten waarmee hij kan praten over vroeger. Het opvallende in die gesprekken is dat hij en de anderen trots zijn op hun verblijf in het buitenland, terwijl in datzelfde buitenland helemaal niet zo positief over hen wordt gedacht.
Veel welzijnswerkers hebben bijvoorbeeld ergens in het verleden wel een ervaring opgedaan in de uitvoering van een integratieprogramma, taalcursus (Onderwijs in Allochtone Leven Talen) of opvoedingsprogramma voor kinderen van allochtone ouders en deze ervaring was niet altijd positief.
Onder andere de traditionele verhouding tussen mannen en vrouwen is regelmatig op lokaal en nationaal niveau onderwerp van gesprek geweest. In Turkije is wat dat betreft een sterke breuk met het verleden waarneembaar. Op de televisie was een man te zien die boodschappen deed, met een glimlach gedurende de ramadan! Op straat lopen mannen achter de kinderwagen (zonder vrouw erbij) en vrienden vertellen ons dat hun kind al naar de kinderopvang gaat lang voordat het leerplichtig is.
Dat meer gezinnen dit doen blijkt uit de enorme toename van peuterspeelzalen en commerciële kinderopvang met dezelfde vrolijke namen als in Nederland. Een van onze Turkse vrienden werkt voor een Amerikaans bedrijf en zijn vrouw ook. Zij verblijft daarom de helft van het jaar in het buitenland en hij vangt een groot deel van het gezinsleven thuis op.
Mijn reisgenoot in de dolmuş heeft aan deze trend een grote bijdrage geleverd. Zijn kinderen (waaronder ook dochters) hebben allemaal gestudeerd, omdat hij hen verhaalde over zijn ervaringen en doordat hij zijn blik heeft verruimd. Of het welzijnswerk in Nederland hieraan heeft bijgedragen? Naar mijn mening wel, want hoe klein de radertjes ook zijn, als er een ontbreekt staat het hele raderwerk stil.