OPINIE-
Het ziekteverzuim in de zorg door werkstress is al jaren hoog. Bij CSR zitten de meeste cliënten met een burnout nog steeds in de groep 35-44 jaar, maar we zien sinds 2007 een toename van jonge mensen die uitgeput raken.
Jonge medewerkers in de zorg zijn druk bezette mensen die aan hoge eisen en verwachtingen willen voldoen. De lat ligt voor hen vaak hoog. Ze zijn opgegroeid met de boodschap dat ze hun leven en carrière helemaal zelf in de hand hebben. De sociale media dragen hieraan bij: je hebt een perfect leven en deelt je successen. Als blijkt dat het leven veel minder maakbaar is, kan dat als persoonlijk falen worden gezien.
Ook is de werkelijkheid veel minder idealistisch dan ze dachten. Het werk in de zorg vraagt veel energie en is veel minder rooskleurig. Een jonge werkneemster met stressklachten omschreef het als volgt: ‘je moet snel je ding doen en hup, hup weer naar de volgende klant.’
Het is een zaak van werkgevers én werknemers om te voorkomen dat jonge medewerkers door werkstress uitgeput raken en de zorg verlaten. Beiden hebben er immers last van. Werkstress aanpakken levert meer arbeidsvreugde, beter werkresultaat en geld op: iedere geïnvesteerde euro leverde er vier op, zo berekende consultancybureau Gapgemini vorig jaar. Niets doen levert in elk geval aanzienlijke kostenposten: hoog ziekteverzuim, verloop van ontevreden personeel en onvoldoende zorgverlening voor de cliënten.
Wat binnen de zorg vaak verbeterd kan worden, is de communicatie in het team. Vooral jonge medewerkers willen graag weten wat er precies van hen verwacht wordt en waar ze op kunnen rekenen. Onduidelijkheid maakt mensen onzeker. Een luisterend oor en inspraak scheppen meer betrokkenheid en is goed voor de teamgeest. Hierdoor ontstaat ook meer ruimte voor signalen, bijvoorbeeld tijdens het werkoverleg of een voortgangsgesprek.
Ondersteuning, erkenning en complimenten van het management zijn bovendien voor werknemers vaak belangrijker dan de financiële beloning. Wees beducht voor ‘als ik niks hoor, zal het wel goed zijn’. Mensen zijn geen machines en hebben af en toe expliciete steun of persoonlijke waardering nodig.
De leidinggevende moet steeds ervan van op de hoogte zijn hoe het personeel ervoor staat. Geven de werkzaamheden voldoening? Is de dagelijkse werkbelasting in evenwicht met de capaciteit en is er voldoende herstel na het werk? Betrek het team bij het beleid, geef het personeel eigen verantwoordelijkheid, organiseer de werkzaamheden op de menselijke maat, zorg voor een evenwichtige en liefst zelfgekozen teamsamenstelling, zoek creatieve oplossingen (als er te weinig capaciteit of geld is) en luister goed naar de oplossingen die vanuit het team komen.
Maar er ligt ook een rol voor de medewerkers zelf: zij moeten goed op zichzelf letten. En op elkaar, want juist gestreste mensen verliezen hun grenzen nog wel eens uit het oog. Uit onderzoek blijkt ook dat aandacht van collega’s voor elkaar de werkstress kan verminderen.
Het is belangrijk de werkdruk met de leidinggevende te bespreken. Vooral jonge mensen gaan een dergelijk gesprek nogal eens uit de weg, uit angst om kneus of een zeur gevonden te worden. Onderbezetting, onduidelijke werkafspraken en veel emotionele druk zijn aan de orde van de dag. Maar als men goed voor zichzelf en elkaar zorgt, dan zorgt men (indirect) ook goed voor de cliënten.
Carolien Hamming is directeur van CSR Centrum, een organisatie die werkstress verlaagt door coaching op individueel- en organisatieniveau. Hierdoor neemt inzetbaarheid toe en ziekteverzuim af