In die kleine provincie in het Noord-westen van China, wonen zo’n 6 miljoen mensen.
Een derde daarvan is HUI, tweederde is Han-Chinees. De Hui zijn moslim, de Han soms boeddhist, taoist, christen, vaak ‘niets’. De provincie is 50 jaar geleden op de kaart gezet als Autonome Regio voor de HUI minderheid. Dat betekent bijvoorbeeld dat er een provinciale vrije dag is bij het feestelijk einde van de tiendaagse pelgrimage naar Mekka. Een onverwachte vrije dag deze week van mijn werk op de Medische universiteit van Ningxia. Ik ben –enige Nederlander hier met een paar andere westerlingen- verantwoordelijk voor een Engelstalig onderwijsprogramma: internationale communicatieve vaardigheden.
De organisatie, planning, gedetailleerde structurering, waarmee we in Nederland alles regelen is hier afwezig. Het gaat anders; viavia, onderdoor, buitenlangs, achterom, traditioneel, … ondoorzichtig voorlopig.. Maar er is hier Zorg en er is Welzijn! Ik merk het op straat, ik zie het in de ziekenhuizen, ik hoor het van mijn studenten, dokters en verpleegsters, ik ervaar het in de families, in de buurt.
In 1986 was ik ook een aantal maanden in China en het is inderdaad ongelooflijk hoeveel er in korte tijd is veranderd. Tenminste aan de buitenkant! Terwijl ik hier binnen achter een computer zit, schreeuwt buiten de scharenliep. Mijn electriciteit en water gaan nog op de bon, de meeste buurtbewoners halen warm water uit het centrale waterkookhuis (op steenkool). Het leidingwater in de flat kan ongekookt niet gedronken worden. En alleen als je werk hebt of geld kun je je de kosten van een ziekenhuis permitteren!
Iedereen die wel eens in Turkije in een ziekenhuis was zag wellicht de pannetjes voedsel die patienten krijgen van hun familieleden. In de ziekenhuiskamers hier, waar twee tot zes patiënten liggen afhankelijk van hun financiële positie, wordt niet gekookt. Wel gegeten, naar behoefte. De patiënt is voor voedsel volledig afhankelijk van familie en buren. De verpleegkundigen zorgen niet, zij verplegen. Tijdens wat artsenrondes die ik mocht meemaken in ‘ons’ academische ziekenhuis zag ik op eenzelfde ziekenzaal verpleegsters verbanden verwisselen, medicijnen uitdelen, injecties regelen, terwijl de artsen diagnosticeren en de voorgeschreven behandeling controleren. En onderwijl voeden familieleden de patiënten en verschonen ze bedden en kleding. Ze zijn overdag en vaak ook ’s nachts verantwoordelijk voor de zorg. De baan of studie even geparkeerd.
Nog opvallender dan deze drukte vond ik de afwezigheid van plastic werkhandschoenen. Daarnaar vragend antwoordde de hoofdarts monter: ‘Elk jaar worden we gecontroleerd op hiv/aids en ik ben nog altijd negatief!’ Later vertelden mijn studenten dat men tijdens operaties wel handschoenen draagt. Lijkt me ook geruststellend voor de patiënten …!
Anne Geerdink (1951) is voor een schooljaar vertrokken naar het Noord Westen van China. Ze doceert daar Internationale Communicatie/Engels aan de Medische Universiteit van Ningxia. Als sociaal-pedagoog en organisatieantropoloog met ook werk-en onderzoekservaring in welzijnswerk en zorgorganisaties kijkt ze met grote belangstelling naar(de organisatie van)zorg en welzijn in de totaal andere cultuur en zorgstructuur van China.