‘Wat zou de achtergrond van deze instructie zijn’, vroeg Buis de teamleden. En: ‘Waarom vinden jullie het zo erg?’ Wat bleek: geen therapeutische overwegingen of vriendschappelijke gevoelens lagen ten grondslag aan de gekoesterde gewoonte om bij cliënten op verjaardagsvisite te gaan, maar de overtuiging ‘je kunt mensen op hun verjaardag toch niet alleen laten zitten?’
Uitnodigen
‘Al pratende werden we het er al snel over eens dat “voorkomen dat iemand op zijn verjaardag alleen is” het uitgangspunt moest worden’, vertelt Buis. ‘We bespraken hoe de teamleden zouden onderzoeken waarom cliënten, behalve vanuit de instelling, geen verjaardagsvisite kregen. Weten de cliënten hoe je mensen uitnodigt? Wat is een haalbaar programma?
Dagbesteding
Koffie met gebak leek beter te organiseren dan een borrel. Welke mensen uit de omgeving kunnen de jarige helpen? Wie wil hij eigenlijk uitnodigen?’ Twee maanden later trof Buis het team opnieuw. ‘Meerdere cliënten hebben inmiddels zelf hun verjaardag gevierd, vertelden de medewerkers opgetogen. Ze hebben veel geleerd en zijn ontzettend trots op en blij met hun zelfgeorganiseerde verjaardag. Sindsdien nodigen cliënten ook op andere momenten mensen bij hen thuis uit, onder wie “collega’s” van de dagbesteding, en buren.’
Wanneer je met ouderen werkt is het belangrijk om onderscheid te maken tussen depressie, apathie, stemmingsdaling en emotionele labiliteit. Hoe herken je dit?
Familie
En ook de medewerkers hebben geleerd. Sommige cliënten bleken hun verjaardag ook met hun familie te vieren, zij het op een ander tijdstip omdat er ‘op de dag zelf altijd iemand van de zorginstelling langskomt’.
Verandering
‘Professionals in zorg en welzijn zijn gewend te denken in termen van “ik heb zoveel uren en daar kan ik dat mee doen. Gemeenten houden dat in stand door de manier waarop zij opdrachten formuleren. Het effect is dat “minder uren” vertaald wordt als “nee moeten verkopen”.’ Terwijl volgens Buis de echte verandering erin zit dat je begint met de vraag wat er nodig is. ‘Het antwoord krijg je door te luisteren naar wat iemand echt wil. Zonder oordeel en zonder dingen een-twee-drie te willen oplossen.
Netwerk
Richt je op versterking van de cliënt(diens netwerk), de zorgtaken die het netwerk niet kan uitvoeren, en doe aan risicomanagement. Zie je dat iemand echt meer zorg nodig heeft of dat er in de wijk te weinig voorzieningen zijn, stap dan naar je leidinggevende of de gemeente. “Assertief opdrachtnemerschap” noem ik dat. Waar tegenover moet staan dat de leidinggevenden en gemeente vertrouwen op jouw professionele inschattingsvermogen.’
De kop van dit artikel geeft aan dat medewerkers nog weinig pro-actief en oplossingsgericht werken in de sterk veranderende omgeving van de zorg. Complimenten voor collega Astrid Buis die op een inspirerende wijze de dialoog is aangegaan om mensen in een actieve stand te krijgen. Bewust te laten zijn van mogelijkheden waardoor de client meer in de regie komt. Dit zijn best practises die er toe doen. Die waarde toevoegen aan de ontwikkelingen die de transitie te weeg brengt.
En natuurlijk is het zo dat we moeten streven naar de sociale aspecten die in de zorg en dienstverlening een belangrijke factor zijn. Maar uit het voorbeeld van dit artikel wordt duidelijk dat de autonomie van de klant en dienst netwerk versterkt wordt en uiteindelijk het effect op de medewerker positief uitpakt. Omdenken, ‘anders’ denken ten gunste van het welbevinden van de client en de kwaliteit van zorg.
Gefeliciteerd!