Pro
‘De MOgroep bestaat uit drie onderdelen die deels los van elkaar opereren. Samen hebben we nu besloten dat we naar meer verzelfstandiging van de afzonderlijke branches toe willen. Ik ben geen absolute voorstander van deze opsplitsing, maar ik zie wel duidelijk voordelen. Het belangrijkste is voor mij dat we ons als jeugdzorg voortaan echt als zodanig kunnen profileren. Naar de maatschappij, de politiek en de media. We kunnen ons met andere woorden veel beter op de kaart zetten.
Een ander voordeel is dat we veel beter dan tot nu toe aan dwarsverbanden kunnen werken, bijvoorbeeld met de kinderopvang. Maar er zitten ook zeker nadelen aan. We zullen zelf de cao-onderhandelingen moeten doen en kunnen bijvoorbeeld ook de overhead niet meer delen. Maar alles bij elkaar genomen denk ik toch dat het goed is dat we voortaan kunnen zeggen: ‘hier staan wij als jeugdzorg’. Dat we opkomen voor de belangen van kinderen, ouders en gezinnen. En dat we alles in het werk zullen stellen om te zorgen dat het beter gaat met de jeugd in Nederland. Dat is onze opdracht.’<>
Martin Dirksen, directeur Bureau Jeugdzorg Overijssel
Contra
‘Ik vind dit geen goed idee. Ik ben namelijk bang dat we twintig jaar in de tijd teruggaan. Toen waren er ook allemaal afzonderlijke branches. Er was bepaald geen sprake van een slagvaardig geheel richting vakbonden en de verschillende departementen. Als we nu uit elkaar gaan, is het risico groot dat we bijvoorbeeld bij de cao-onderhandelingen ten opzichte van de vakbonden weer zwak komen te staan. Dat lijkt me geen goede ontwikkeling. En ook in de publieke beeldvorming zijn drie aparte organisaties in mijn ogen een zwaktebod.
Ik weet dat men binnen de jeugdzorg, maar ook bij de kinderopvang, al langer met plannen rondliep om uit de MOgroep te stappen, omdat ze zich weinig verwant voelden met de andere branches. Nogmaals, ik vind dat heel jammer. Als we ons hier binnenkort over mogen uitspreken, ga ik er wel heen. En ik zal ook zeker een tegengeluid laten horen. Maar ik maak me geen illusies meer over het uiteindelijke resultaat. Wat ons nu te doen staat als welzijn en maatschappelijke dienstverlening, is het bundelen van de krachten. Ik hoop dat het ons lukt om deze branche in elk geval bij elkaar te houden.’<>
Dick de Wit, directeur Factor-G, organisatie voor maatschappelijke ondersteuning, Gouda
Jammer dat de MO-groep niet is staat is gebleken om partijen bij elkaar te houden.
Ik het werkveld van de verschillende branches gaat het steeds meer om samenwerking in de keten. Daarbij gaat het erom om de verschillende belangen ondergeschikt te maken aan een groter belang. De ontwikkelingen van de MO-groep zijn daarmee niet in overeenstemming. Ogenschijnlijk kunnen de drie branches zich individueel sterker profileren, maar daar waar het gaat om een vereniging van krachten zoals bij de genoemd de cao-onderhandelingen is de opsplitsing een verzwakking.
Liever zou ik zien dat alle krachten ingezet werden om de MO-groep te innoveren, zodat zij als geheel een toekomst gerichte organisatie kan verwezenlijken, met een gezamenlijk doel en met behoud van de nodige diversiteit van de drie branches.
Nelie Duijm-Slob
Slob Management voor Zorg en Welzijn
interim en projectmanagement
Ik ben het helemaal met Dick de Wit eens.
Als je trouwens kijkt naar de pol uitkomst dan heeft het niet-eens met opsplitsing een overweldigende meerderheid tot nu toe.
Ik maak me overigens , net als Dick , geen illusies omdat het besluit al lang genomen is.