Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

‘Buddyzorg moet voorop in Wmo-beleid’

Buddyzorg is burgerschap pur sang, maar komt achteraan in het Wmo-beleid van gemeenten. Dat stelt directeur Elly Spoelstra van Buddy Netwerk. Deze intensieve vrijwilligerszorg bestaat twintig jaar. Tijd om de maatschappelijke positie van buddyzorg ter discussie te stellen, aldus de directeur.
'Buddyzorg moet voorop in Wmo-beleid'

Door Alexandra Sweers – Buddyzorg werd opgericht in de jaren ’80 toen de ziekte aids haar intrede deed. Soms waren er wel drie of vier mensen die een aidspatiënt intensief ondersteunden. Halverwege de jaren ’90 werd de doelgroep breder getrokken. Inmiddels is buddyzorg niet alleen voor mensen met hiv of aids, maar ook voor mensen met ernstige ziektes zoals kanker en MS.

Wederkerig
In twintig jaar is buddyzorg in essentie hetzelfde gebleven: de ziekte is de aanleiding voor de zorg, maar niet de kern. De buddy is er voor de cliënt als ondersteuning. Om mee te praten of leuke dingen mee te doen. ‘Het mooie aan buddyzorg is dat het wederkerig is’, zegt directeur Elly Spoelstra van Buddy Netwerk. ‘Niet alleen de cliënt, maar ook de buddy krijgt er wat voor terug. Het gaat om geven en ontvangen, de persoonlijke ontwikkeling van de buddy en aandacht voor heel de mens en niet alleen de ziekte.’

Wmo
Burgerschap pur sang dus, stelt Elly Spoelstra, maar nog niet iedere gemeente geeft structureel subsidiegelden aan deze informele zorg. ‘Met de invoering van de Wmo in 2007 hadden we ineens niet meer te maken met de drie zorgkantoren die ons subsidieerden, maar met de veertien gemeenten waar wij onze zorg moesten inzetten. Een deel van die gemeenten geeft ons al structureel subsidie, maar bij het andere deel is het nog onzeker of wij in 2010 weer geld krijgen. Zij zijn nog steeds zoekende in hun Wmo-beleid.’
De Wmo betekent onder meer zorg dragen voor elkaar en daar past buddyzorg perfect bij, vindt Spoelstra. ‘Met de invoering van de wet maakten gemeenten zich vooral druk om de thuiszorg. Informele zorg kwam als laatste aan de beurt, terwijl deze voorop had moeten staan.’

Verlengstuk
Aan de andere kant vraagt de politiek meer van de informele zorg door de bezuinigingen in de AWBZ, vindt de directeur. ‘We merken dat de buddy’s gevraagd worden om bepaalde taken van de thuiszorg over te nemen. Of men vraagt aan buddy’s, die ook verpleegkundige zijn, of ze ook een injectie kunnen geven. Maar buddyzorg is absoluut geen verlengstuk van de professionele hulpverlening.’

De vrijwillige zorg staat naast de thuiszorg, vindt de directeur. ‘De vrijwilliger doet juist datgene waar de thuiszorg niet altijd tijd voor heeft. En dat is naast iemand gaan staan en aandacht en betrokkenheid tonen. Dat is vaak niet zo makkelijk. De cliënten hebben veel te maken met verlies van gezondheid en functies. Hoe je daarmee omgaat, leren de buddy’s tijdens onze trainingen.’

Schoolexamen
Die trainingen zijn overigens verplicht, want buddyzorg is niet geheel vrijblijvend. ‘We voeren selectiegesprekken en er zijn terugkomavonden. Voor sommige buddy’s voelt het alsof ze opnieuw een schoolexamen moeten doen. We nemen de vrijwilliger erg serieus, want we willen natuurlijk goed weten wie we aan de cliënt koppelen.’
De aanmeldingen bij het Buddy Netwerk komen tamelijk gestaag binnen. Spoelstra: ‘De cliënten vinden ons wel, zij worden vaak doorverwezen. Per jaar zijn er 235 buddy’s actief, maar we hebben ieder jaar ook zestig nieuwe buddy’s nodig. Daar moeten we veel voor doen, maar het hoort erbij.’

Woensdag 29 april organiseert het Buddy Netwerk een symposium in Den Haag over de maatschappelijke en culturele betekenis van buddyzorg.

Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.

2 REACTIES

  1. Ik ben het volledig met voorgaande schrijfsters eens. De Wmo is een participatie wet, en ‘meedoen ‘ staat centraal in de informele zorg. Door de inzet van vrijwilligers die zich inzetten in de samenleving (en dus meedoen) worden cliënten ook in staat gesteld mee te doen. Dit doen veel vrijwilligers in de informele zorg, naast Buddy’s ook de maatjes van Vriendendiensten en vrijwilligers van de Vrijwillige Thuishulp. De professionele ondersteuning van deze vrijwilligers is daarbij een voorwaarde voor succes en kwaliteit. Hopelijk zien gemeenten dat meer en meer in.

  2. Lees alle reacties
  3. Mijn ervaring met buddyzorg is dat juist de goede organisatie erachter maakt dat de vrijwilligers zich helemaal kunnen inzetten voor een ander. Het buddywerk vraagt een commitment van de vrijwilliger: dan is goede ondersteuning een ‘must’.
    Wil de samenleving sociale verbondenheid tussen mensen stimuleren: dan is zorg voor structurele financiele ondersteuning voor organisaties als de buddyzorg voorwaarde.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.