Sonja is manisch-depressief, ligt hele dagen in haar bed en huilt veel. Vaak wordt ze zomaar uit het niets ontzettend boos op haar kinderen. Haar partner Ruud heeft een licht verstandelijke beperking en vindt juist alles goed. Van hem mogen hun drie kinderen wat ze maar willen: veel chips eten, frisdrank drinken en tot heel laat buitenspelen. Voor hun dochter en zoontjes is de situatie thuis chronisch onveilig. De oudste moet steeds letten op haar drukke jongere broertjes, want haar ouders doen dat niet. Meestal zitten de kinderen de hele dag voor de televisie met de gordijnen dicht.
Problemen stapelen zich op
Zomaar een voorbeeld van een onveilige situatie waarin zo’n 577.000 Nederlandse kinderen opgroeien. In deze gezinnen spelen verslaving of psychiatrische problemen of hebben de ouders een licht verstandelijke beperking. De problemen stapelen zich op terwijl een sociaal netwerk vaak ontbreekt. De kinderen uit deze gezinnen – KOPP/KVO kinderen genoemd – hebben een drie keer grotere kans dan leeftijdsgenoten om later zelf psychische klachten te krijgen. Ze geven de problematiek vrijwel altijd door aan de volgende generatie.
Meldcode
Sinds de aanpassing van de meldcode begin 2019 moeten deze gezinnen verplicht worden gemeld bij Veilig Thuis. Maar dan? Veilig Thuis en de professionals uit het lokale veld waaraan zij overdragen, hebben meestal niet genoeg kennis over de geestelijke gezondheidszorg. Een goed veiligheidsplan maken is voor hen dan ook lastig. Er staan vaak verschillende zorgverleners om deze gezinnen heen, maar de kinderen worden daar niet per se beter van; het welbevinden van het kind blijkt vaak niet toe te nemen. Bovendien wordt er doorgaans maar één gezinslid bij Veilig Thuis gemeld, de rest van het gezin blijft onder de radar.
Buitenshuisproject
Daarom bedacht Hester Diderich, aandachtsfunctionaris kindermishandeling bij Haaglanden Medisch Centrum, het Buitenshuisproject. Met haar plan benaderde ze orthopedagoog en projectleider Rianne van der Zanden van het Trimbos instituut, die meteen enthousiast was. Ze werkten het project samen verder uit.
Onbezorgd spelen
Van der Zanden: ‘Dit project regelt dat KOPP/KVO kinderen voor minimaal twee jaar terechtkunnen in de kinderopvang, BSO, huiswerkbegeleiding of sportclub terwijl ze gewoon thuis blijven wonen. Deze opvangplekken bieden een gezondere omgeving dan thuis, er is meer structuur en ze kunnen er ontspannen en onbezorgd spelen met leeftijdgenoten. Daarnaast zorgt dit thuis voor meer rust, het ontlast hun ouders in de oudertaken.’ De opvangmedewerkers worden getraind in traumasensitief werken. Daarbij leren ze hoe een trauma doorwerkt in het brein en hoe je een kind uit een kwetsbaar gezin een veilig en vertrouwd gevoel geeft.
Onderzoek
Bij het ministerie van VWS regelden Diderich en Van der Zanden samen financiering voor wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van het Buitenhuisproject. Onderzocht wordt of het welbevinden van de kinderen (en ouders) toeneemt. Sinds een half jaar loopt de pilot van het Buitenshuisproject waaraan elf Nederlandse gemeenten meedoen: Almelo, Almere, Blaricum, Eemnes, Laren, Groningen, Huizen, Hilversum, Maastricht, Waadhoeke en Wijk bij Duurstede.
Linking pin
Voor de begeleiding van het gezin is de ‘linking pin’ de spin in het web. Deze hulpverlener, een soort gezinscoach, onderhoudt de contacten met de ouders, de kinderen, de opvangmedewerkers, de hulpverlener van de ouder of het wijkteam en eventueel school. Voor ze aan de slag gaan, krijgen de linking pins van Trimbos, net als de opvangmedewerkers, een training in traumasensitief werken. Daarnaast leren ze hoe ze effectief kunnen communiceren met ouders en hoe ze veiligheid in het gezin kunnen vergroten. Van der Zanden: ‘De gezinnen doen minimaal twee jaar mee, een voorwaarde voor deelname is meedoen aan het onderzoek waarvoor ze twee keer per jaar vragenlijsten invullen. Eventueel helpt de linking pin daarbij.’
Preventie
Wat maakt het Buitenshuisproject zo uniek? Van der Zanden: ‘Andere initiatieven die hier op lijken, duren vaak maar kort. Bovendien krijgen de medewerkers daarbij geen training. Dit project valt onder preventie, wil stress bij het kind wegnemen en een gedwongen kader en uithuisplaatsing voorkomen. Kinderen willen bovendien het liefst zo normaal mogelijk opgroeien en dat eventuele hulpverleners op de achtergrond blijven, zo geven ervaringsdeskundigen aan die terugkijken op hun jeugd’
Stress in de vakanties
Ook in de vakanties kunnen de jongere kinderen bij de kinderopvang en de BSO terecht. Juist de schoolvrije weken, waarin ouders en kinderen veel tijd samen doorbrengen, zijn voor deze gezinnen immers moeilijk. Het lukt ouders vaak niet om zelf plannen te maken met de kinderen, waardoor de stress thuis hoog oploopt. Van der Zanden: ‘We verwachten dat er dankzij dit project minder meldingen bij Veilig Thuis zullen zijn in de vakantieperiodes. En hopelijk ontlast de opvang de ouders zodanig dat ze meer openstaan voor (opvoed)hulp voor zichzelf en hulp voor hun kinderen.’
Positieve ervaringen
De eerste ervaringen zijn positief. Er staan nog geen resultaten zwart op wit, maar Trimbos hoort positieve reacties. Opvangmedewerkers melden dat schuchtere kinderen soms in korte tijd helemaal opbloeien. Jongens en meisjes die nooit konden sporten door de situatie thuis, genieten enorm op de sportclub. Ouders zijn blij dat ze twee jaar de tijd krijgen om thuis voor een gezonde en veilige situatie te zorgen. Als een interventie korter is, legt dat veel druk op ze. Van der Zanden: ‘De nieuwe aanpak brengt rust en structuur in huis. Bij positief resultaat willen we uiteindelijk het Buitenshuisproject duurzaam implementeren. Het onderzoek loopt tot 2022, daarna kijken we hoe we dit verder organiseren.’