Door Carolien Stam – Het werk van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige wordt
steeds meer bepaald door administratieve handelingen. Dat gaat ten koste van het
contact met de cliënt en heeft effect op de kwaliteit van de hulpverlening.
Afgevaardigden van een tiental ondernemingsraden van ggz-instellingen in het
zuiden van het land willen deze problemen aan de orde stellen. Begin oktober
komen zij bij elkaar om zich te beraden over te nemen stappen.
Scheefgroei‘Administratieve werkzaamheden nemen
inmiddels zo’n dertig á veertig procent van ons dagelijks werk in beslag,’ zegt
Jaak Schenk, sociaal verpleegkundige en woordvoerder van de ondernemingsraden,
die de scheefgroei in het werk aan de orde willen stellen. Schenk is lid van het
dagelijks bestuur van de ondernemingsraad ggz Oost Brabant. ‘De administratieve
verplichtingen nemen hand over hand toe doordat het werk in tijd- en
productieafspraken ingepast moet worden. Als ik tijdens een crisisdienst een
patiënt moet bezoeken, moet ik daarna via zeven verschillende codes alle
handelingen, inclusief wegrijden, contact, terugrijden registreren in de
computer. Als de coderingen niet met elkaar corresponderen, krijg je alles weer
terug en kun je opnieuw beginnen.’
GevoelsbelastingDirecteur Jos de Beer van GGZ
Nederland herkent de problemen: ‘Wij worden daar ook op aangesproken.’ Hij wijt
de scheefgroei tussen administratie en cliëntcontact aan de ‘Ervaren belasting
én de gevoelsbelasting’ die de nieuwe dbc (diagnose-behandelcombinatie)
-systematiek met zich meebrengt. ‘De dbc-bekostiging betekent voor de
professional in de huidige overgangsperiode dat hij relatief veel tijd kwijt is
aan administratieve verplichtingen. Dat is in het begin lastig, zeker als het
systeem nog onvoldoende geautomatiseerd is. Maar we zitten in een
overgangsperiode, het inregelen van het systeem kost nu nog tijd en energie. De
gevoelsbelasting wordt sterk beïnvloedt door het nut dat professionals hechten
aan werken met de nieuwe systematiek. Wij proberen de huidige druk in het
veranderingsproces te verminderen, bijvoorbeeld door gebruiksvriendelijke
instrumenten te ontwikkelen.’
De Beer wijst echter op het belang van de invoering van de dbc-systematiek:
‘Het nieuwe systeem leidt tot een grotere transparantie in de sector tegen
minimale lasten.’
Onvrede
Jaak Schenk beargumenteert dat toename van het administratieve werk de
kwaliteit van de hulpverlening en de inhoud van het werk aantast. ‘Je zit bij
een cliënt op de klok te kijken wanneer je weer weg moet. Ons werk is juist
gebaseerd op een goede relatie met patiënten en het vertrouwen dat daaruit
voortvloeit. Als je als professional je werk niet meer goed kunt doen, wekt dat
onvrede op.’