In de afgelopen 25 jaar zijn veel voorzieningen uit dorpen en wijken
verdwenen. Concurrentie van grote supermarktketens, de leegloop van
plattelandsgebieden, het had allemaal zijn weerslag op de dynamiek van het
dorps- of gemeenschapsleven. (Foto Victor van Breukelen)
Winkels en postkantoren sloten hun deuren en ook openbaar vervoersbedrijven
trokken zich uit kostenoogpunt terug. De kleine buurtsuper deed vaak als laatste
het licht uit, wanneer bewoners hun boodschappen met de auto in de stad of het
dorpscentrum gingen halen.
Met het verdwijnen van de lokale supermarkt verdween ook een belangrijke
ontmoetingsplek. Sociale bezigheden als een praatje maken en nieuwtjes
uitwisselen in de winkel behoorden tot het verleden. Vooral veel oudere en
minder mobiele bewoners moesten hun ‘loopje’ missen en liepen het risico te
vereenzamen.
Onderschat fenomeenHet lijkt erop dat er nu een
tegenbeweging op gang komt. De leefbaarheid van dorpen krijgt een nieuwe impuls
met de komst van ‘buurtsupers met een sterretje’, zoals ze door Astrid van der
Kooij en Wiebe Blauw van MOVISIE worden genoemd. Op tal van plaatsen in het land
worden er – zij het mondjesmaat – initiatieven ontplooid voor het (her)openen
van een buurtsuper. Deze initiatieven zijn afkomstig uit verschillende hoeken en
ook de aanpak verschilt per geval.
Zo zijn er bijvoorbeeld bewoners of vrijwilligers (bijvoorbeeld
gepensioneerden) die een buurtsuper beginnen. Ook zijn er zorginstellingen, die
mensen met een verstandelijke handicap inschakelen voor de dagelijkse
werkzaamheden en hen op deze manier een nuttige dagbesteding bieden. In sommige
van die buurtsupers werken ook mensen met een uitkering.
De buurtsuper is volgens Van der Kooij en Blauw een waardevol, maar
onderschat fenomeen. ‘Een buurtsuper met een sterretje heeft op veel terreinen
positieve effecten’, legt medewerker Leefbaarheid Astrid van der Kooij uit. ‘Er
komen zoveel ontwikkelingen in samen, dat we het alleen maar kunnen
aanmoedigen.’
Wiebe Blauw, gespecialiseerd in vrijwilligerswerk, omschrijft de buurtsuper
als een niet-commerciële supermarkt. ‘Het is natuurlijk een vereiste om zakelijk
te draaien, maar het gaat niet primair om het hebben van een florerende winkel.
Een buurtsuper heeft een sociale functie. Het is een plaats waar vooral ook
ouderen en bewoners die minder goed ter been zijn, dichtbij huis hun dagelijkse
boodschappen doen.’
‘Het is een ontmoetingsplek waar dorps- of buurtbewoners elkaar kunnen
treffen. Vaak biedt de buurtsuper ook een nuttige dagbesteding voor
gehandicapten, langdurig werklozen of vrijwilligers. Het is kortom een
bindmiddel voor het sociale dorpsleven.’
Het gehele artikel is te lezen in Zorg + Welzijn Magazine 4, april
2007. Drie maanden na publicatie wordt het op de website
geplaatst.