Door Leon Bosch – De buurtsuper speciaal heeft eenzelfde dienstverlening als de lokale (dorps)super zoals we die allemaal kennen. Het speciale karakter is gelegen in de inzet van mensen met beperkingen en in de samenwerking tussen zorginstellingen en commerciële organisaties Spar en Prismafood Retail (Attent-winkelformule). Zij werken samen om mensen met een (verstandelijke) beperking actief te laten zijn binnen een supermarkt.
De buurtsupers voorzien in een grote behoefte. De mensen met een beperking hebben zinvol werk en nemen deel aan de samenleving. Verder krijgt de leefbaarheid van het dorp of de wijk een grote impuls. Het mes snijdt hier aan vele kanten: de dorpen, de supermarktketen, de gehandicapten en de zorg profiteren allemaal. De buurtsuper speciaal biedt tegenwicht aan de geluiden dat de buurtsupers in kleine kernen gedoemd zijn om te verdwijnen. Anders dan velen verwachten is de buurtsuper speciaal er niet alleen voor een ‘kleine bovenlaag’ van cliënten. De winkels zijn vormgegeven met faciliteiten en instrumenten waarover in principe alle zorginstellingen beschikken.
Samenwerking
De winkels laten zien dat zorg en bedrijfsleven goed samengaan; maatschappelijke en commerciële doelen hoeven niet strijdig te zijn. De samenwerking gaat zeker niet ten koste van cliënten, integendeel. Bovendien kan de synergie tussen mensen uit het bedrijfsleven en mensen uit de zorg bijzonder inspirerend zijn.
Rond deze initiatieven is een samenwerking ontstaan tussen zorginstelling Talant, genoemde commerciële organisaties en landelijk kennisinstituut Vilans. Recentelijk heeft Prismafood Retail zijn Attent-winkels overgedaan aan Spar; er is dus nog één leverancier voor deze winkels actief.
Dit samenwerkingsverband heeft de afgelopen jaren op diverse manieren de buurtsuper speciaal onder de aandacht gebracht van zorginstellingen, woningbouwcorporaties enz. (www.vilans.nl/buurtsuper). Veel organisaties hebben belangstelling getoond. Recentelijk heeft Vilans bij hen en beide commerciële organisaties geïnformeerd naar hun ervaringen en de stand van zaken.
Resultaten inventarisatie
Momenteel zijn er vijftien van dergelijke winkels. De verwachting voor 2008 is dat nog eens vijftien winkels hun deuren openen. De winkels zijn voornamelijk in het Noorden en Oosten van Nederland geconcentreerd. Zij hebben meestal een oppervlakte tot 200 vierkante meter en zijn in principe levensvatbaar in kleine kernen van ten minste 1.500 inwoners. Bij een lager inwoneraantal kan het alleen wanneer voor bepaalde kostenposten, met name huur, bijzondere condities gelden. Enkele winkels, onder andere in Naarden en Epe, zijn niet gevestigd in een kleine kern, maar in een wijk. Zonder uitzondering gaat het om een wijk waarin veel ouderen wonen. Voor het stimuleren van de omzet (en het vergroten van de financiële haalbaarheid) worden de winkels gecombineerd met andere activiteiten; zoals een bakkerij, koffiehoek, bezorgservice of leerwerkcentrum. De bakkerij is een belangrijke publiekstrekker. In Broekland is een buurtwinkel annex bakkerij gehuisvest in een kulturhus. Bijzonder aan deze winkel van de Parabool is dat de inkoop in eigen beheer wordt gedaan. In Gasselte werkt men samen met de sociale werkvoorziening.
Het blijkt het voor grote zorginstellingen lastig om snel innovatieve zorg op de rails te krijgen vanwege de lange beslisroutes. De reeds gestarte buurtsupers speciaal zijn vaak het gevolg van een overname van een bestaande winkel die dreigde te sluiten door bedrijfsbeëindiging of gebrek aan opvolging.
De voor 2008 voorziene buurtsupers zijn veelal winkels in nieuwbouwcomplexen waarin ook appartementen (soms een seniorencomplex) en andere (zorg)voorzieningen zijn ondergebracht zoals huisarts of therapeut, consultatiebureau of bibliotheek. Zij zijn het resultaat van samenwerking met gemeenten, woningbouwcorporaties en soms ook projectontwikkelaars. Aan deze samenwerking zitten vaak langere trajecten vast doordat er meer overleg voor nodig is, de financieringsvraag ingewikkelder is, een wijziging van een bestemmingsplan nodig kan zijn enz. Woningbouwcorporaties nemen meestal niet deel in de exploitatie, maar kunnen deze wel faciliteren vanuit hun beleid gericht op leefbaarheid van kleinen kernen. Soms nemen zij een deel van de huisvestingslasten voor hun rekening. De financiële eisen van projectontwikkelaars blijken nogal eens op gespannen voet te staan met de mogelijkheden van de buurtsuper.
Twee concepten
Aanvankelijk werd de buurtsuper speciaal geëxploiteerd door een zorginstelling samen met één van beide commerciële organisaties. De zorginstelling was de ondernemer. De bedrijfsleider was in dienst bij de zorginstelling. Vanuit de zorginstelling bekeken is de buurtsuper ook een werkproject en een gelegenheid om haar cliënten te laten werken. Dergelijke projecten moeten kostendekkend zijn, eventueel kunnen projectresultaten worden verrekend met die van andere werkprojecten.
Recentelijk wordt ook een ander concept toegepast, waarin de ondernemer zelfstandig blijft en dagbestedingsplekken op basis van persoonsgebonden gebonden budgetten (PGB’s) van cliënten worden gefinancierd. De inzet daarbij is dat de buurtsuper moet kunnen bestaan van de gerealiseerde omzet en uit de exploitatie moet kunnen worden bekostigd. Beide concepten combineren twee inkomensbronnen: de winkelomzet en de AWBZ-gelden (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) voor de dagbesteding van mensen met beperkingen. Beide concepten maken ‘meer handen’ in de winkel mogelijk.
Perspectief
De buurtsuper speciaal is een voorbeeld van creativiteit en het zogeheten ‘out of the box’–denken.
Het voorbeeld is in gehandicaptenzorg al langer bekend, maar leent zich ook heel goed voor andere sectoren, zoals GGZ. Eind 2007 wordt bekend dat Radar van plan is een keten van tien tot vijftien kleine supermarkten op te zetten in de Achterhoek, voor het eerst voor mensen met een psychische problematiek (De Gelderlander, 13 december). Ook binnen de huidige Wmo met zijn nadruk op de ‘civil society’ kan het goed passen, mits gemeenten innovatief willen aanbesteden of contracteren. Dat laatste wordt bevorderd door het hebben van een succesvol, bewezen concept als dit.
Leon Bosch, expertmedewerker van Vilans, afdeling werk en Handicap. Vilans is het kennisinstituut voor langdurige zorg