Cliënten, mantelzorgers, huisartsen en medewerkers zijn enthousiast over Buurtzorg, een kleinschalig alternatief voor thuiszorg. Dat blijkt uit een onderzoek van Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL.
De kwaliteit van buurtzorg is hoog en de medewerkers zijn betrouwbaar en professioneel, volgens cliënten en artsen. ‘Je kent elkaars gezichten weer.’ De werkwijze vraagt ook veel inzet van de medewerkers, zo blijkt uit het NIVEL-onderzoek.
Buurtzorg is een nieuwe landelijke netwerkorganisatie die thuiszorg levert. De Stichting is in 2006 opgericht als reactie op de schaalvergroting in de thuiszorg en de opkomst van de zogenoemde stopwatchzorg. De organisatie bestaat inmiddels uit 45 zelfsturende teams van 10 tot 15 verpleegkundigen en verzorgenden. De teams leveren thuiszorg aan zelfstandig wonende cliënten in een bepaalde wijk of buurt, in samenwerking met de huisartsen, het ziekenhuis en het sociale netwerk van de buurt.
Voor het onderzoek voerde het NIVEL gesprekken met medewerkers, mantelzorgers, cliënten en huisartsen en analyseerde de vragenlijsten van 357 cliënten. Cliënten geven hun Buurtzorg als rapportcijfer een 8,75. Ze vinden het personeel betrouwbaar en professioneel, de bejegening prettig en de telefonische bereikbaarheid goed.
De Buurtzorgmedewerkers vinden het prettig dat ze zelf kunnen bepalen hoe ze hun werk doen. Ze vinden dat ze daardoor de cliënt de zorg kunnen geven die hij nodig heeft, voelen zich daarvoor verantwoordelijk en zijn enthousiast. Ze hebben een sterke teamgeest en vertrouwen in elkaar.
Anneke Francke, programmaleider Verpleging en Verzorging bij het NIVEL: ‘De vraag voor de toekomst is of Buurtzorg, als de organisatie groter wordt, nog steeds aan de hoge standaard kan voldoen. Een deel van het succes hangt samen met de inzet van de medewerkers. Die geven aan dat dit soms veel van hen vraagt. Bijvoorbeeld overwerk of 24-uurs bereikbaarheid.’ Volgens Francke bevinden de meeste teams zich nog in de pioniersfase. ‘Het is belangrijk om dit onderzoek over enige tijd te herhalen. Ook is verder onderzoek nodig naar de kosteneffectiviteit van Buurtzorg.’
