Column
COLUMN Lieve begeleidsters
Veertien jaar werd Yaël, mijn baby en puber ineen. En om dat te vieren, fietste ik met taarten in mijn fietstassen naar haar dagbesteding. Ik had er een halfuurtje voor uitgetrokken; ik, de altijd wat gehaaste, werkende moeder. Dat was buiten de realiteit van de gehandicaptenzorg gerekend. Wie de gehandicaptenzorg betreedt, stapt een trage wereld binnen, een wereld die helemaal ingericht is op het tempo en de behoeften van de cliënten, zoals de gehandicapten zo keurig heten.
COLUMN Beter of slechter?
Ik steek het niet onder stoelen of banken. Veel mensen die mij een beetje kennen, weten het dus ook. Ik heb drie kinderen. De oudste is een jongen van 10 en hij is 'klassiek autist'. Als je de film Rainman met Tom Cruise en Dustin Hofman hebt gezien, dan weet je wat dat betekent. Mijn zoon is een kleine Dustin Hofman.
COLUMN In het echt
Brian is dertien jaar. Zijn ouders zijn gescheiden en hebben hun kinderen verdeeld. Brian woont bij vader, moeder is verantwoordelijk voor de meervoudig beperkte Lucien die in een instelling verblijft. Brian en vader leven in een caravan op het terrein van een autosloperij. Ze hebben het niet slecht, maar ook niet goed.
THEMA Eeuwige betutteling
Je hele leven besluiten anderen of je je bed uit moet komen - of er juist nog niet uit mag. Of je nog zo'n lekkere boterham met dik vet hagelslag neemt. En met een beetje pech ook waar je op vakantie gaat.
COLUMN Stel er komt brand
Telefoon van de buurvrouw van hiernaast. 'Er is een grote brand bij jou op driehoog. Je moet nú naar buiten!' Het is vrijdagavond tien uur en de inhoud van het telefoontje dringt maar langzaam door. Ik woon op eenhoog, dus heb nog even. Rustig trek ik mijn schoenen aan, als er hard op mijn voordeur wordt gebonkt. De buurman van tweehoog: 'Je moet NU mee naar buiten.'
COLUMN Eenzaam en alleen
Negentig jaar wordt mijn oma in november. In haar lange leven heeft ze veel meegemaakt, maar wat haar het meest zal bijblijven, is ongetwijfeld het verlies van haar man. Mijn opa. Vijf jaar geleden overleed hij. En daar is ze nooit bovenop gekomen. Als ik haar spreek, blijft ze zeggen dat ze hem zo mist. Dat het verdriet nog steeds rauw is. Dat ze zich eenzaam voelt. En dat snap ik. Als je lang met iemand samen bent geweest, is het onvoorstelbaar om zonder elkaar verder te moeten. Toch vind ik het als kleinkind soms lastig als ze over het gemis praat.
COLUMN Minder dromen
De transitie in het sociaal domein is inmiddels het vijfde jaar ingegaan. En voor het vierde jaar op rij hoor ik dat wij nu écht gaan beginnen aan de transformatie. Het blijft echter vooral nog bij die uitspraak. Zeker, er zijn leuke en goede voorbeelden te vinden van gemeenten en zorgorganisaties die anders zijn gaan werken. Maar omdat het dan nog steeds gaat om experimenten, pilots en proeftuinen heeft dus nog steeds geen transformatie van het systeem plaatsgevonden. Anders waren het immers geen leuke experimenten, pilots en proeftuinen meer.
THEMA Eenzaam en eigen kracht
Sinds een klein jaar zijn er ambassadeurs tegen eenzaamheid onder ouderen. Voormalige wethouders uit respectievelijk Rotterdam en Amsterdam, Marjanne van den Anker en Eric van der Burg. Bij het lezen van de naam van Van der Burg keek ik op. Zeven jaar geleden, toen hij nog wethouder was, mocht ik hem interviewen. Van der Burg toonde zich toen zeer geporteerd voor 'meer zelfstandigheid', 'meer eigen verantwoordelijkheid', 'zo lang mogelijk thuis'. En dan nu ten strijde trekken tegen eenzaamheid onder ouderen. Tja, besturen kan denk ik niet zonder een lichte vorm van hypocrisie.
COLUMN Je suis mantelzorger
'Jij bent ook mantelzorger, hoor!' Ik herinner me nog precies hoe een andere moeder van een gehandicapt kind dat tegen me zei, me nadrukkelijk aankijkend en met haar wijsvinger op me gericht. Het was aardig bedoeld. Onderschat je taak niet, wilde ze zeggen, zie de zwaarte ervan onder ogen. En toch voelde ik meteen de neiging te zeggen: 'Helemaal niet! Ik ben moeder.'
COLUMN Wie doet het echte werk?
Georgie. Wat kan ik me hem goed herinneren. Ik ontmoette hem tijdens mijn stage bij de Raad voor de Kinderbescherming. Hij was vijftien en kind uit wat we nu een multiprobleemgezin noemen. Beide ouders kampten met verslavingen, moeder was licht verstandelijk beperkt en vader had losse handjes. Georgie spijbelde veel en kwam zo op het netvlies van hulpverleningsinstanties. Ik, zelf eigenlijk ook nog een kind, leefde enorm met hem mee. Zou het wel goed komen met Georgie als wij niet nú iets voor hem regelden? Was hij thuis wel veilig met die agressieve vader? En hoe zat het met zijn toekomst, als hij niet naar school ging? Het liet me niet los.