Dat blijkt uit cijfers die het CBS woensdag publiceerde. Vooral organisaties die huishoudelijke hulp leveren, kwamen in de rode cijfers terecht. Instellingen vervingen massaal hun zorghulpen in loondienst door alfahulpen, die niet in vaste dienst zijn.
Stimuleren
Gemeenten bepalen sinds de invoering van de Wmo wie de zorg mag leveren, hoe hoog de vergoeding is en hoeveel zorg een cliënt ontvangt. Met de Wmo wilde de landelijke overheid de marktwerking in de ouderen- en thuiszorg stimuleren. Gemeenten betaalden in totaal ruim 1 miljard euro aan de instellingen.
Lagere prijs
Volgens bestuurder Jan Verschuren van Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) viel de prijsstelling van gemeenten tegen. Op veel plekken moest ineens voor een veel lagere prijs zorg worden verleend, zei hij. In de oude regeling, de AWBZ, lagen de uurlonen 7 euro hoger dan in de nieuwe situatie.
Schoonmaker
Bovendien bestaan er twee verschillende zorgverleners: een schoonmaker en iemand die daarbij ook op het welzijn van de cliënt let. Die laatste persoon krijgt meer uitbetaald. In de oude situatie waren vooral dit soort krachten aan het werk. Na de invoering van de Wmo draaiden gemeenten dit om.
Onder de maat
Uit cijfers van BTN blijkt dat de branche in 2008 voorzichtig bijtrekt. Verschuren: ‘Al liggen de prijzen nog fors onder de maat.’
De thuiszorg moest in 2007 veel onkosten maken om over te gaan op de aanbesteding. ‘Veel organisaties hebben dit uitbesteed. Dat kostte miljoenen euro’s.’ In 2009 ziet het er rooskleuriger uit. ‘We gaan al meer richting nulpunt.’, aldus Verschuren.
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: ANP/Foto: ANP/Koen Suyk