U stelt dat het traditionele
maatschappelijk middenveld in de zorg zich heeft ontwikkeld tot een verzameling
overheidsmonopolies. Wat voor nadelen ondervinden burgers
daarvan?‘Ze kunnen zelf niet meer kiezen. Ik ken een meisje
van 18 jaar met MS dat in een verpleeghuis moet worden opgenomen. Ze wil een
plaats in haar eigen stad, dicht bij haar ouders en vriendinnen. Maar het
verpleeghuis verwijst haar naar de jongerenafdeling, tien kilometer verderop in
de bossen. In arren moede verhuist zij toch maar en raakt vervolgens haar
vriendinnen kwijt. Ander voorbeeld. Iemand wil heel graag in een project voor
verstandelijk gehandicapten wonen dat net buiten de zorgregio ligt. Kan niet. Er
zijn allerlei muren opgetrokken en zorginstellingen sturen mensen die niet
helemaal in hun patiëntenprofiel passen gewoon weg.’
Toch hebben ze allemaal de mond vol over
klantvriendelijkheid.‘Klopt, maar ik kom maar weinig cliënten
tegen die daar iets van merken. Ik hoor heel veel klachten over slechte
bejegening. Ook van wat wij noemen het nieuwe middenveld: de ouderenbonden,
patiëntenorganisaties, gehandicaptenplatforms en minderhedenorganisaties. Steeds
opnieuw vertellen zij mij dat zij niet serieus worden genomen, door de overheid
noch door de zorgaanbieders.’
Jullie noemen het traditionele maatschappelijke middenveld in
de zorg lui, inefficiënt, niet klantvriendelijk en defensief. Pittige kritiek
van het CDA, van oudsher toch een bondgenoot van dat middenveld. Vanwaar die
omslag?‘In Den Haag merken wij dat de koepelorganisaties lang
niet altijd spreken namens hun achterban. Ze zijn hun eigen leven gaan leiden en
hun eigen circuits gaan vormen met de politici en de ambtenarij in Den Haag. Wat
moet je nog geloven als je tijdens werkbezoeken aan de instellingen heel andere
geluiden hoort? Het komt vaak voor dat zij het verhaal van hun koepel niet als
het hunne beschouwen. Bonden en werkgeversorganisaties werden vroeger geleid
door mensen uit de sectoren zelf. Nu onderhandelen juristen en andere academici
over werk dat ze nooit zelf hebben gedaan.’
Hoe wilt u dat nieuwe maatschappelijk middenveld
versterken?‘Mevrouw Borst moet minder geld uitgeven aan
externe adviezen voor de koepels en de overheid, en meer aan de patiënten en
consumentenorganisaties. Die verhouding is nu compleet scheef. Geef de
vrijwilligers in dat middenveld de gelegenheid om hun werk te doen. Ze mogen
daarin niet door hun inkomenssituatie gehinderd worden. Zij moeten een
reiskostenvergoeding krijgen en professionele ondersteuning. Cursussen
vergadertechniek en correspondentie bijvoorbeeld, want anders raken ze helemaal
ondergesneeuwd als ze met die professionals om de tafel zitten. Er wordt veel
gepraat over dat ene zorgloket waar alle informatie samen moet komen. Breng dat
onder bij die patiënten- en consumentenorganisaties, evenals de nieuwe functies
die nu in de instellingen ontstaan: zorgconsulenten, zorgmakelaars,
zorginformateurs, loketbegeleiders. Die horen aan de kant van de vrager en niet
bij de aanbieder, die daar zelf belang bij kan hebben.’
U vindt dat ook burgers met een zorgbehoefte de regie over hun
eigen leven moeten kunnen voeren. Een PGB voor iedereen die zorg nodig
heeft?‘Voor iedereen die dat wil. Maar dan wel met een
eenvoudiger regeling. Dat verplichte werkgeverschap moet eraf. Als je een
handicap hebt en je wilt zelf de zorg regelen die je nodig hebt, dan kies je
toch niet voor ondernemerschap? In Duitsland moeten mensen gewoon bijhouden wat
ze van hun PGB uitgeven. Wat ze niet kunnen verantwoorden, wordt gezien als
inkomsten, als zorgloon. Daarover heft de staat dan belasting en premie.
Wilt u nog meer deregulering in de zorg?‘Dat
is hard nodig. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland heeft me eens een
A4’tje laten zien met een stroomschema van de besluitvorming over de
besluitvorming. Dat is werkelijk hopeloos. Als men in de zorgsector wil
verbouwen of een nieuw gebouw wil neerzetten, zit er tussen het plan en de
eerste paal gemiddeld tien tot vijftien jaar. Het rijk, de provincie en de
gemeente en hun externe adviseurs willen er allemaal iets over te zeggen hebben.
Overal zijn wachtlijsten, maar van het bouwbudget van 1998 is ruim 400 miljoen
overgebleven. Laat verbouwen en groot onderhoud aan de instellingen zelf over.
In het onderwijs gaat dat ook goed. Het terugdringen van die bureaucratie levert
op termijn aanzienlijke besparingen op. Niet direct, want de kosten gaan
natuurlijk altijd voor de baten uit en dat vergeet men vaak in de
politiek.’
Waar moet het extra geld verder vandaan komen om de steeds
duurdere zorg te kunnen betalen? ‘Wij zeggen: minder
lastenverlichting voor iedereen, meer lastenverlichting voor mensen die in de
problemen zitten. En met die kostenstijgingen valt het echt wel mee, hoor. Voor
een heel groot gedeelte is dat beeldvorming om de mensen voor te bereiden op
bezuinigingen. Als je goed naar de cijfers kijkt, geven wij van het Bruto
Binnenlands Product niet dramatisch veel meer uit aan zorg dan tien of twintig
jaar geleden.’
Maar de doelgroep groeit toch?‘Als de
bevolking vergrijst, nemen de kosten voor de ouderen toe. Maar voor de jongere
bevolkingsgroepen nemen de kosten af. We hebben de naoorlogse geboortengolf toch
ook keurig opgevangen met extra kleuterscholen enzovoort? Straks kunnen we dus
ook gewoon de voorzieningen voor ouderen betalen. Geen enkel probleem.’/Kees
Neefjes