Het SCP onderzoekt elk half jaar de hoogte en toereikendheid van het budget voor huishoudelijke hulp in de Wmo. Daarover geeft het een bindend advies aan het bestuurlijk overleg tussen Rijk en gemeenten. De laatste geven de tarieven, de geleverde huishoudelijke hulp en de pgb-uitgaven door aan het CAK, om de eigen bijdrage van cliënten te kunnen berekenen. Aan het CBS geven de gemeenten de kosten door die zij aan zorgaanbieders kwijt zijn en de uitgaven voor het pgb. Tussen die opgaven blijkt nu een verschil van 150 miljoen euro te zitten, dat door het kabinet meteen is gebruikt om op het pgb te bezuinigingen.
Geen goede registratie
Volgens Evert Pommer van het SCP is dat bedrag van 150 miljoen euro onzeker. Dat komt enerzijds doordat er geen goede registratie is van wat gemeenten aan pgb uitgeven. Anderzijds komt het doordat de tarieven die gemeenten aan het CAK doorgeven, niet altijd matchen met de werkelijk in rekening gebrachte kosten die ze aan zorgaanbieders moeten betalen. Volgens Pommer bestaat er ook geen goede registratie van gemeenten over wat ze in totaal aan Wmo-geld uitgeven.
Wmo-kosten
Pommer: ‘De gemeenten voeren vastgestelde Wmo-taken uit, die door het CBS in een beperkt aantal functies worden omgezet. Wij nemen aan dat die functies door gemeenten goed worden ingevuld. Maar de berekening van de totale Wmo-kosten is een benadering, de gerealiseerde invulling is niet bekend.’ Dat zou betekenen dat de bezuiniging van 200 miljoen euro, die het demissionaire kabinet heeft aangekondigd, op basis van ontoereikende informatie tot stand is gekomen. ‘Wij gaan uitzoeken hoe dat verschil in berekening tussen CBS en CAK voor huishoudelijke hulp is ontstaan.’
Alfahulpen
Het SCP adviseert als ‘onafhankelijke derde’ aan het Rijk en de gemeenten om voor volgend jaar 122,7 miljoen aan het basisbudget voor huishoudelijke zorg toe te voegen, ‘op basis van beleids- en maatschappelijke ontwikkelingen’. Zo gaan de tarieven in 2011 waarschijnlijk omhoog ten opzichte van basisjaar 2009. Ook komen de alfahulpen voor een groot deel in vaste dienst, wat meer kost. Daarnaast kan de verdwijning van de ondersteunende begeleiding tot gevolg hebben dat er vaker een beroep wordt gedaan op complexere hulp, die duurder is.
Eigen portemonne
Ook van een stijging van de vraag naar complexe hulp zijn de cijfers nog niet helder, volgens Pommer. In augustus 2011 moeten de cijfers van gemeenten over 2010 binnen zijn. ‘Als we dan kijken naar de totale uitgaven van gemeenten voor de Wmo, zouden die een forse verhoging moeten laten zien. Dit komt door hogere uitgaven voor huishoudelijke hulp en voor vervanging van de ondersteunende begeleiding.’
Het overschot van het Wmo-budget in 2008 en 2009 – twee maal ruim 200 miljoen euro – konden de gemeenten in eigen portemonnee houden. Ze worden geacht daarmee de extra uitvoeringskosten te financieren, die ontstonden na het wegvallen van de ondersteunende begeleiding uit de AWBZ.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
WMO klaagt bij mij dat ze minder geld uit Den Haag krijgen, ze hebben het gewoon in eigen zak gestoken!!!!
Hoogste tijd dat Den Haag eens de gemeenten aanpakt
Ik snap er niets van..ben totaal de weg kwijt!