‘Het is bekend dat mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA) niet snel bediend worden als het gaat om nieuwe ontwikkelingen in de zorg. Ze zijn chronisch ziek en moeten leren leven met hun handicap. Het gaat vaak om stabiliteit, dus daar kun je weinig resultaat bereiken’, zegt Léon van Woerden. Hij doet onderzoek naar de sociale context van cliënten van het FACT-team bij het Lectoraat Sociale en Methodische Aspecten van Psychiatrische Zorg van de HAN.
Vrienden
‘Isolatie en eenzaamheid zijn voor cliënten met een ernstig psychiatrische aandoening (EPA) een groot probleem. In de loop van tijd zijn deze cliënten veel contacten kwijt geraakt. Dat zien we al na de eerste psychose. Dan verliezen mensen al veel vrienden. Ik ken een jongen van 18 jaar die maar drie mensen in zijn leven ziet: de man in de game winkel, de hulpverlener en een oude vriend.’ Wanneer deze mensen actiever worden, zie je veel verbeteringen, stelt Van Woerden. ‘Meer sociaal contact zorgt voor meer medicatietrouw, het zelfvertrouwen wordt groter, de kwaliteit van leven wordt beter.’ Het vergroten van sociaal contact is ook belangrijk voor het leven in een buurt, vindt de onderzoeker. ‘Het gaat vaak mis bij de psychotische cliënt die alleen in dat achterkamertje zit.’
Inspiratiemiddag toepassen van sociale technologie
Sociale technologie was misschien ooit voor nerds, maar die tijden zijn allang voorbij. De professional met een smartphone op zak kan direct aan de slag. Welke vraagstukken zijn aan te pakken middels sociale technologie? En voor welke doelgroepen? Tijdens deze inspiratiemiddag van Movisie op 18 februari komen verschillende voorbeelden voorbij. Laat je inspireren! De toegang is gratis >>
Sociaal netwerk
Maar de hulpverlening heeft het vaak te druk om deze mensen echt actief te coachen zodat het sociale netwerk sterker wordt, vertelt de onderzoeker. ‘Of ze doen het niet. Men weet wel dat het moet: het versterken van sociale contacten, maar effectief gebeurt het niet genoeg. En dat is jammer, want zo wordt een groot aantal herstelmogelijkheden niet goed benut.’
App
Van Woerden en zijn collega’s onderzoeken daarom of een app mensen met een EPA zou kunnen helpen in hun sociale contacten. Ze ontwikkelden een prototype van de app Smart4U en lieten deze 6 weken testen door een groep cliënten. De app gaat 1 keer per dag af op een willekeurig moment. Dan moet de cliënt een aantal vragen beantwoorden. Over hoe hij zich voelt, wat hij doet, of en met wie hij contact zou willen hebben.
Motivatie
‘Het mooie aan deze app is dat het geen motivatie vereist’, zegt Van Woerden. ‘Ook als cliënten in eerste instantie aangeven dat ze geen contact zouden willen hebben met een ander, worden ze met een paar vragen toch voorzichtig aan het twijfelen gebracht. We weten namelijk dat mensen met een EPA er niet altijd van bewust zijn welk nut sociaal contact voor hen kan hebben. Dat wordt met de app langzaam aangewakkerd.’
Wederkerig
Wanneer een cliënt aangeeft dat hij niet weet of hij wel contact wil, komen er vragen over wat de voor- en nadelen zouden zijn. ‘We verkennen zo die twijfel zodat de cliënt misschien toch er over na gaat denken.’ Wil de cliënt wel contact hebben dan vraagt de app verder: wie er belangrijk zijn, welk soort contact hij zou willen hebben. ‘Maar ook: wat heb jij te bieden? Om ervoor te zorgen dat het contact uiteindelijk wederkerig wordt. Zo kom je uit die hulpvragersrol.’
Veranderen
Uit het onderzoek blijkt dat na zes weken cliënten al actiever worden en meer bereid zijn om te veranderen. ‘Voor mensen die jarenlang op dezelfde manier leven is het best knap om dat binnen zes weken te bereiken’, vindt de onderzoeker. ‘Een cliënt liet weten dat het voelde alsof hij uit een soort winterslaap was ontwaakt. Het is prachtig om te zien dat een cliënt die het grootste gedeelte van de dag alleen doorbrengt door een app concrete aanknopingspunten kan vinden om sociaal contact te krijgen.’
Blended hulpverlening
De app is nog niet op de markt, de onderzoekers hopen voor juli 2016 met een tweede prototype te komen. ‘Als zelfhulp app is Smart4U nu nog te weinig interactief. Dat kan beter. En we willen dat de hulpverlener er ook op kan aanhaken zodat het meer blended hulpverlening wordt. Maar we vinden wel dat de cliënt eigenaar moet blijven van wat hij met de app wil.’ Van Woerden en zijn collega’s zijn nu nog bezig met een revisie samen met cliënten, de hulpverleners en de makers. ‘We willen echt degelijk werk leveren, waardoor het langer duurt voordat de app in de appstore beschikbaar is. Er worden nogal wat apps gemaakt waarvan helemaal niet duidelijk is of ze wel effectief zijn.’
Het onderzoek naar de app Smart4U is uitgevoerd door wordt uitgevoerd door dr. Willeke Manders, Léon van Woerden, MSc en dr. Bauke Koekkoek van de HAN in samenwerking met het PsyMate team aan de universiteit van Maastricht. Dit deden zij in opdracht van Movisie in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Inzicht in sociale interventies’. Download hier het onderzoeksrapport ‘Ontwikkeling en evaluatie van een ehealth interventie voor mensen met ernstige psychische problematiek>>