De Volksbond heeft inmiddels een besluitvormingsmodel waarin elk besluit van de locatiemanager wordt voorgelegd aan een kerngroep van bewoners en een team van medewerkers. Als er een besluit moet worden genomen, wordt een aanbiedingsformulier ingediend. De kerngroep en medewerkers buigen zich hier afzonderlijk over. Zij raadplegen hierbij ook hun achterban. Na vijf weken wordt er een beleidsoverleg gepland tussen kerngroep, medewerkers en locatiemanager. Het uiteindelijke besluit moet zich richten op de wensen en het advies van de kerngroep. En na zes weken maakt de locatiemanager het besluit bekend in een bewonersbijeenkomst. De leidinggevende wordt daarbij gesteund door de medewerkers en leden uit de kerngroep.
Alcohol
Het alcoholbeleid is een van de onderwerpen die volgens dit besluitvormingsmodel is aangepast. Het nuttigen van alcohol op een locatie was verboden. De bewoners gaven echter aan dat ze alcohol niet meer wilden verstoppen en niet meer op straat wilden drinken. De medewerkers waren juist bang voor een losgeslagen dronken boel in de opvang en de leidinggevende maakte zich zorgen over overlast in de buurt.
Vrijgeven
Alle partijen bogen zich over de gedachte: wat als we alcohol eens vrij zouden geven? Aan dit idee zijn zeven vergaderingen besteed. De oplossingen varieerden van intekenlijsten bij de receptie tot het afmeten van liters. Tot men concludeerde dat dit weer beheersmatige afspraken waren. Vervolgens is besloten het gewoon te proberen. Het resultaat is dat mensen op hun kamer naar eigen behoefte drinken en het zowel in de opvang als buiten op straat rustig is. Meebeslissen heeft zo geleid tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid.
Cliëntenparticipatie
Het besluitvormingsmodel in de Volksbond is geïnspireerd door de kwaliteitsdriehoek uit de publicatie Cliëntenparticipatie in de maatschappelijke opvang, van MOVISIE. De kern van deze driehoek is dat het drie perspectieven bij elkaar brengt: van bewoners, medewerkers en organisatie. Er zijn inmiddels zeven kerngroepen actief in de Volksbond met elk tussen de vijf en tien leden. Elke kerngroep heeft een eigen huishoudelijk reglement waarin zij hun eigen gedragsregels bedenken en hun kerngroep-organisatie beschrijven. De groepen zijn stabiel en bestaan uit een vaste kern van bewoners. Daardoor zijn zij in staat kennis op te bouwen over cliëntenparticipatie.