‘Een vacuüm’, zo noemt jurist Brenda Frederiks, gespecialiseerd in de Wet zorg en dwang, de situatie waarin intramurale zorginstellingen voor ouderen en voor mensen met een beperking sinds de start van de coronacrisis verzeild zijn geraakt. Ze toonde zich de afgelopen weken in diverse media kritisch over de situatie van cliënten van deze organisaties. Ze noemt het ‘billijk’ dat zorgprofessionals in de eerste weken van de crisis zoekende waren. ‘De druk was heel hoog, de situatie onbekend. Maar zorginstellingen zijn veel te lang in die eerste reflex blijven hangen.’
Opgehoogde medicatie
Die reflex leidde volgens Frederiks tot ‘het parkeren van cliëntenrechten’. Door corona mochten en mogen mensen niet meer naar buiten, familie niet naar binnen, werden mensen opgesloten, besprekingen van zorgplannen opgeschort en werd soms medicatie opgehoogd. ‘Het leek wel alsof mensen zelf niets meer te zeggen hadden.’ Frederiks hoorde en las de afgelopen maanden veel schrijnende casuïstiek. ‘Er zijn echt wel instellingen die geprobeerd hebben zorgvuldige beslissingen te nemen, maar ik ken helaas ook veel verhalen waar veel te weinig oog is geweest voor de individuele rechten van cliënten.’
Onvoldoende geldingskracht
Wetgeving, met name de Wet publieke gezondheid en de kersverse Wet zorg en dwang, hadden de afgelopen tijd onvoldoende zeggingskracht. Frederiks nam een paar keer deel aan klankbordgesprekken op het ministerie van VWS over de verruiming van bezoekregeling, ‘maar daar werd gezegd dat het wettelijk kader straks wel weer kwam’. En dus was er de afgelopen maanden bijvoorbeeld weinig toezicht op wat er met cliënten die opgesloten waren is gebeurd. ‘Familie kwam niet binnen, veel professionals niet, cliëntvertrouwenspersonen en advocaten niet, inspectie evenmin. Die laatste partij beperkte zich tot belrondes. Er is in veel huizen heel veel stil gelegd. Ik heb veel vertrouwen in professionals, maar we weten gewoon niet of er misstanden zijn geweest.’
Onderscheid maken
Nu, eind juni 2020, hoe dan ook te laat, is volgens Frederiks differentiatie het sleutelwoord. ‘Er zijn veel mensen in instellingen die wel degelijk ter zake wilsbekwaam zijn. Er zijn genoeg cliënten die zich prima aan de regels kunnen houden. Moet je die dan koste wat kost binnen houden? Je kunt ze niet allemaal op een hoop gooien.’ En je kunt niet alleen onderscheid maken tussen de cliënten die in je instelling verblijven, differentiëren kan ook in je gebouw. ‘Is het mogelijk een aparte afdeling te maken voor die mensen die beschermd willen worden tegen het virus? Of voor die mensen die het virus hebben? Instellingen mogen wel wat meer creativiteit tonen.’
Bedreigingen cliëntenraden
Brenda Frederiks meent dat het ministerie van VWS in deze een meer sturende rol zou moeten spelen. Verwijzen naar instellingen zelf die dan ieder hun eigen beslissingen mogen nemen, is haar te dun. ‘Het ministerie moet duidelijker zijn over de wettelijke kaders die in deze tijd, of ten tijde van een pandemie, van toepassing zijn. Vertrouwen op het samenspel tussen cliëntenraden, bestuurders en medewerkers is niet voldoende. Heel veel cliëntenraden bijvoorbeeld vinden dit hartstikke lastig. Die worden soms gewoon bedreigd; “als er straks mensen dood gaan, is het jullie schuld”.’
Tekortschietende Inspectie
En ook de inspectie moet zich volgens Frederiks meer laten gelden. Ze ziet daar ‘veel te weinig beweging’. Er is in haar ogen voldoende juridisch kader wat nu ingezet moet worden. ‘Waarom gaan ze niet bij de instellingen langs, waarom wordt er niet getoetst, waarom wordt er niet kritisch gekeken of maatregelen proportioneel en doelmatig zijn? Waarom zijn instellingen eind juni, zelfs die waar helemaal geen besmettingen zijn geweest, nog steeds op slot?’ Professionals en zorgaanbieders hebben houvast nodig, wil Frederiks maar zeggen, en ministerie en inspectie schieten daarin tekort.
Nieuwe patronen
Ze noemt het ’spannend’ hoe nu de afbouw van maatregelen bij zorginstellingen zal verlopen. Of de vrijheid en rechten die cliënten voorheen hadden wel zal terugkeren. ‘Het beperken van bewegingsruimte van cliënten is beheersmatig natuurlijk handig. Gaan de codes die nu op deuren gezet zijn, er straks weer af? Mogen mensen weer wanneer ze dat willen van hun kamer af, naar buiten toe?’ Er kunnen nieuwe patronen zijn ontstaan, denkt Frederiks, ‘en die moeten er nu ook weer uit’.