Die sociale professional krijgt een nieuwe taak: een goede match maken tussen hulpvrager en maatje. En hij moet de vrijwilliger goed begeleiden. ‘Ik denk dat deze rol voor professionals in de zorg steeds groter wordt, nu ook meer informele ondersteuning ingezet moet worden.’
Effectiviteit
Maatjesprojecten zijn de populairste en meest gebruikte interventies in de sociale sector in Nederland. De populariteit lijkt zelfs nog altijd toe te nemen. Maar zijn ze ook effectief? Michelle van der Tier deed het onderzoek “Een maatje voor iedereen?” samen met lector Marianne Potting van het lectoraat Sociale Integratie van de Zuyd Hogeschool in Maastricht. Het onderzoek maakt onderdeel uit van het Movisie-programma naar de effectiviteit van sociale interventies.
Steun
‘Wat echt werkt in de maatjesprojecten is het unieke contact, de relatie tussen maatje en hulpvrager’, zegt Van der Tier. ‘Een maatje kan meer tijd dan een professional steken in de hulpvrager. Bovendien is een maatje een steun in de rug, hij of zij staat naast de hulpvrager, waar de professional bij de cliënt binnen komt om uit te zoeken wat de problemen zijn en wat er moet gebeuren.’
Hoe maak je een maatjesproject effectiever? Lees hier de tips uit het onderzoek >>
Professionals
De relatie met een maatje geeft hulpvragers vaak zelfvertrouwen, zelfinzicht en maakt hen weerbaarder, zegt Van der Tier. Moeten professionals dan niet ook zo werken? ‘Nee’, vindt Van der Tier, ‘beide hebben een andere rol. Een maatje blijft een vrijwilliger, een coach. De sociale professional is de beroepskracht en heeft een belangrijke taak als supervisor. Die moet ingrijpen als het fout dreigt te gaan. De vrijwilligers in maatjesprojecten werken vaak op de grens van de hulpverlening. Ze komen met grote problemen in aanraking. Zeker als het gaat om hulpvragers met complexe sociaalpsychische en maatschappelijke problemen.’
Begeleiding
Volgens Van der Tier verandert de rol van de sociale professional doordat steeds meer vrijwilligers, zoals maatjes, worden ingezet in de hulpverlening. ‘Het beleid van gemeenten is dat professionals meer taken moeten over geven aan vrijwilligers. Maar beroepskrachten moeten wel voldoende tijd krijgen om aandacht en begeleiding te geven aan vrijwilligers. Dat kan door een aparte projectcoördinator aan te stellen om vrijwilligers te begeleiden.’
Goede match
De chemie, de ondersteuningsrelatie van de vrijwilliger en de hulpvrager is volgens Van der Tier de belangrijkste factor in het maatjesproject. Een goede matching is dan ook van doorslaggevend belang. Van der Tier: ‘De taak van de professional is om een zo goed mogelijke match te maken en daar voldoende tijd en energie in te investeren. Of het een goede match is kan juist de hulpvrager en maatje het beste beoordelen. Daarom is het ook zo belangrijk dat zij een stem in dit proces krijgen.’
Investering
De investering in dit proces verdient de hulpverlener op lange termijn terug, stelt de onderzoeker. ‘Een goede match is essentieel voor een sterke ondersteuningsrelatie tussen hulpvrager en maatje. Als de match slecht wordt gemaakt, is de kans groter dat er tussentijds gestopt wordt met alle gevolgen van dien.’