‘Bij Dimence hebben we ook de stap gemaakt van fysieke afspraak naar contact online of via de telefoon.. Mijn secretaresse heeft mijn patiënten van de komende twee weken gebeld dat ze niet langs kunnen komen, maar dat ik ze ga bellen.’ Arnoud Jansen is geneesheer-directeur bij Dimence, een grote GGZ-organisatie in het oosten van het land.
Verbroedering
‘Slechts een enkeling vindt dan dat hij recht heeft op zijn wekelijkse of maandelijkse bezoek aan mij. De rest ziet dat het voor ons ook heel lastig is. Er is veel begrip, verbroedering kun je zelfs zeggen. Dat is overigens ook waardevol voor de relatie tussen zorgverlener en patiënt.’
Onrust
Niet dat Jansen zich geen zorgen maakt. ‘Het kan zeker zijn dat patiënten zich heel ongelukkig gaan voelen hierdoor. Je hebt al je ziektebeeld en dan komen het ongemak en de onrust door de huidige situatie erbij. Dat laatste is natuurlijk normaal, ik heb dat ook. Daar praat ik met patiënten ook over, deze mensen zijn hoe dan ook gevoeliger voor stress.’
Contact
‘Het grote probleem is denk ik de structuur die mensen missen’, vertelt Jansen. ‘Mensen kunnen niet meer naar de dagbesteding of de zorgboerderij. Daar kunnen ze heel ongedurig of juist apathisch van worden.’ Contact houden is dan essentieel volgens Jansen. En op dat punt is er gelukkig nog veel mogelijk. Sterker nog, de huidige situatie kan ook de hulpverlening verbeteren.
Maatwerk
‘De verschuiving van reguliere afspraken van een uur naar bellen, chatten of appen betekent dat je samen opnieuw gaat kijken naar wat iemand nodig heeft. Moet je er echt naartoe, wat we overigens in crisissituaties zeker zullen doen, hoe vaak ga je bellen, welke vorm van contact past het beste bij de relatie?’ De situatie doorbreekt de routines, ziet Jansen. ‘Besef wel, we hebben nu ook meer tijd. Anders was er die afspraak van een uur die we vol moest maken, anders waren er allerlei vergaderingen. Nu kunnen we indien nodig drie, vier keer per dag contact hebben. We gaan gedwongen meer maatwerk leveren met de middelen die we hebben.’
Eigenaar
Arnoud Jansen merkt dat hij en zijn collega’s opnieuw gaan nadenken, dat de behandelrelatie met patiënten opnieuw met hen besproken wordt. ‘We stellen dan samen vast dat elkaar wekelijks zien nu niet kan, wat dan wel past, wat nodig is. Patiënten worden nu hoe dan ook meer eigenaar van hun probleem, al was het maar omdat ze nu skype moeten installeren, dat is natuurlijk best spannend, maar het kan echt positief doorwerken.’
Netwerk
‘Ik denk dat wij professionals nu actiever vragen naar het netwerk om iemand heen. In de situatie voor corona was het van “iemand heeft zo weinig sociale contacten, ja, daar is geen beweging in te krijgen, want dit of dat” en dan lieten we het lopen.’ Nu moeten zorgverlener en patiënt wel, denkt Jansen. ‘Zijn er mensen op de dagbesteding waar je goed contact mee had? Kun je daar nu ook contact mee zoeken? Kunnen wij daarbij helpen? Dat soort vragen.’
Architectuur
Jansen snapt de grote publieke bezorgdheid over mensen met stevige psychische problematiek die nu ineens hun behandelrelatie zien veranderen. ‘Een tijd geleden hebben we hier een nieuw gebouw neergezet. Toen waren we bezig met vragen als hoe de patiënt door het gebouw heen zou lopen, hoe je het informele ontmoeten regelt, waar je voor professionals ruimtes regelt enzovoorts. We staan hier uit nood ook voor een architectuur-vraag, maar we gaan die zo goed mogelijk beantwoorden.’