Er is in de landelijke media veel aandacht voor kwetsbare groepen. Zeker nu iedereen tijdens de coronacrisis zo veel mogelijk moet thuisblijven. Wat gebeurt er met het gezin waar toch al vaak sprake is van spanningen en ruzies? Hoe gaat het met de oude dame op de hoek die niet meer haar dagelijkse wandelingetje maakt? En zijn de kinderen nog veilig bij die ouders die te veel alcohol drinken?
Beeld rechtzetten
Cliënten die normaal gesproken de wijkteams bezighouden, zijn nu overgeleverd aan zichzelf en elkaar. Zo is de teneur in de media. Maar Alissa van Zijl, onderzoeker aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, wil dat beeld rechtzetten. Ze houdt zich al een paar jaar bezig met een onderzoek naar het functioneren van wijkteams en deed de afgelopen weken, tijdens de coronacrisis, een extra belrondje. Hoe wordt er nu binnen de wijkteams samengewerkt, was haar centrale vraag.
Specialistische hulpverlening
‘Het is sowieso een uitdaging’, vertelt Van Zijl, ‘omdat wijkteams uit verschillende professionals bestaan en ieder vanuit zijn eigen moederorganisatie andere instructies krijgt. Iedereen probeert dus zijn eigen weg te vinden. Ook zie ik dat de wijkteams in het zuiden van het land inmiddels geen huisbezoeken meer afleggen, maar zich beperken tot beeldbellen.´
Vaker beroep op specialistische hulpverlening
‘Wel bellen hulpverleners minstens een keer per week met de cliënten. En als die ene keer al gebruikelijk was, worden dat er meer. Als zich een onveilige situatie voordoet, schalen ze op naar Veilig Thuis. Medewerkers van Veilig Thuis leggen wel huisbezoeken af. Het kan dus zo zijn dat er vaker een beroep wordt gedaan op specialistische hulpverlening. In het noorden is er soms nog wel sprake van fysiek contact, maar voor hoe lang is onduidelijk. De meeste wijkteams zijn al overgegaan op telefonisch contact.’
De vraag achter de vraag
De wijkteams functioneren dus vooral vanachter de computer en telefoon. Of dat werkt met kwetsbare cliënten? Van Zijl: ‘Het risico van digitaal werken is dat het moeilijker in te schatten is wat de vraag achter de vraag is. Een aanvraag voor huishoudelijke hulp kan een verkapte vraag zijn om hulp bij dementie. Maar via de telefoon is het lastig om díe hulpvraag te ontdekken. Dat lukt beter als je bij de cliënt thuis bent en ziet hoe het huishouden en de cliënt er zelf uitzien.’
Driehoeksprincipe
Om het gemis aan informatie op te vangen, werken de wijkteams met het zogenaamde driehoeks- of vier-ogen-principe. ‘Om een situatie beter in te schatten gingen professionals al vaak met z’n tweeën op huisbezoek. Nu is die samenwerking nog belangrijker.’
Experts en netwerk
‘Wijkteamprofessionals maken gebruik van de kennis en expertise van een collega of een expert, en kijken samen naar een casus. Om bijvoorbeeld de hulpvraag met betrekking tot dementie te achterhalen, krijgt de professional tips van de expert. Waar moet ze op letten als ze de cliënt belt? En welke vragen moet ze stellen? Ook maken ze vaker gebruik van het netwerk. Want de buurvrouw of de zus van de cliënt kan ook nuttige info leveren.’
Bewustzijn is groter
Als het gaat om onveiligheid, merkt Van Zijl dat er veel aandacht is voor huiselijk geweld en verwaarlozing. ‘Het bewustzijn is groter, waardoor professionals, ook in niet-fysieke gesprekken, eerder signalen oppikken. Ook nu wordt er expertise bijgehaald. Professionals bellen met een collega uit het wijkteam met specialistische expertise, of met medewerkers van Veilig Thuis. Er wordt overlegd, vanuit verschillende disciplines, en achteraf gereflecteerd.’
Voordeel van de transitie
Volgens Van Zijl is het een voordeel dat de wijkteams sinds de transitie in 2015 al gewend zijn om met collega’s uit verschillende disciplines naar dezelfde casus te kijken. ‘Als er geen transitie was geweest, hadden ze het nu misschien veel moelijker gevonden om samen te werken binnen het wijkteam.’
Eerste stap gezet
Daarnaast levert het werken tijdens deze coronacrisis ook voordeel op voor de toekomst. Zo hoorde Van Zijl dat veel professionals voor de crisis nog koudwatervrees hadden als het om digitaal werken ging. Expertmeetings via het beeldscherm, online handtekeningen halen, er werd nauwelijks gebruik van gemaakt. ‘Ze zijn getraind op het fysieke contact met de cliënt. Volgens de professionals blijkt het ook goed te werken nu ze gedwongen met deze middelen moeten werken. Zij zien nu ook de voordelen. De eerste moeilijke stap is nu dus noodgedwongen gezet.’
Waken
Tot slot wil Van Zijl benadrukken dat het misschien wel lijkt alsof er geen oog is voor de kwetsbare mensen in deze samenleving, nu er niemand meer op straat is, maar ze zijn grotendeels in the picture. ‘De burger ziet het niet, maar de wijkteams doen hun best om te waken over deze mensen.’