‘Ik was trots op mijn werk in de zorg. Toen ik in 1975 begon als leidster bejaardenhulp was alles mogelijk. Zelf indiceren, zelf de zorg in gang zetten. Anderhalf jaar geleden ben ik overgestapt naar Participe, de Wmo-uitvoerder in Alphen aan den Rijn. De zorg werd me te zakelijk. Met welzijnswerk sta je middenin de samenleving. Je kunt aandacht geven aan de mens zelf.’
Corrie Korbee is projectmanager. Ze houdt zich bezig met projecten in het ouderenwerk, maar ook met projecten voor arbeidsintegratie van langdurig uitkeringsgerechtigden. Haar doel: bruggen slaan tussen zorg en welzijn, van buurt- en jongerenwerk tot opbouwwerk en ouderenactiviteiten. ‘Wij hebben een outreachende aanpak.’
Eenzaam
De aanpak van eenzaamheid onder ouderen is het onderwerp waar Korbee zich de afgelopen tijd mee heeft beziggehouden. Onder meer met een bewustwordingscampagne in de Alphense media: ‘Het kan ook je buurman zijn die eenzaam achter de deur zit.’ En een congres waar professionals, vrijwilligers en deskundigen ervaringen uitwisselen. Tot de samenstelling van een activiteitenprogramma: een eenvoudige opsomming van alle activiteiten voor ouderen en wijkbewoners in een handzaam boekje. Korbee staat aan de basis van deze projecten.
Eenzaamheid is een groot en groeiend probleem, vooral onder ouderen, weet ze. Dertig procent van de bevolking is weleens eenzaam, 10 procent van hen problematisch. ‘Als de verzorgende van de thuiszorg in huis komt, groeien de problemen de oudere vaak al boven het hoofd. Eenzaamheid begint met in huis blijven, omdat de oudere bijvoorbeeld wat minder mobiel is of net de partner heeft verloren. Vervolgens verliezen ze het vermogen om sociaal contact te hebben.’
Voelhoorns
Volgens Korbee is het belangrijk dat per wijk wordt gekeken welke activiteiten nodig zijn om mensen uit hun isolement te halen. Die mogelijkheden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling van en krachten in de wijk. ‘Maak een analyse van wat mensen in die specifieke buurt aanspreekt,’ zegt Korbee. ‘Dat kan van alles zijn: van gezamenlijk eten in een huiskamerproject tot een boodschappendienst om ouderen naar het winkelcentrum te rijden. Als professional en vrijwilliger moet je je voelhoorns uitzetten, het gesprek met de oudere aangaan en wéten waar de echte vragen zitten. Dan moet je dat wat je hoort, kunnen omzetten in gerichte activiteiten. En soms maar iets proberen, een aanpak, een interventie, een nieuw idee. Je hebt niet op voorhand succes te pakken.’
Stopwatchzorg
Als leidster bejaardenhulp indiceerde en coördineerde Korbee in de jaren ’70 en maakte ze een planning voor de zorg. ‘Een mooie tijd. Alles kon’, zegt ze. ‘Twee keer per week kwam een bejaardenhulp bij de cliënt. Ik ging eens in de zes weken op bezoek om de hulp te evalueren en eventueel bij te stellen. Dat contact met de cliënt was inherent aan de zorg.’ Vervolgens kwamen de gezinsverzorgenden. En later werden de goedkopere alfahulpen in dienst genomen. Toen begon al de stopwatchzorg, die de aandacht in de zorg voor de mens uiteindelijk heeft weggevaagd. ‘Met de onafhankelijke indicaties is vervolgens veel verloren gegaan. Als je zelf de indicatie stelt, heb je als wijkverpleegkundige zoveel meer informatie over de situatie en de ontwikkeling van de cliënt.’
De verschraling van de aandacht voor de cliënt heeft Korbee doen overstappen naar het welzijnswerk: ‘Je staat meer tussen de mensen, dichter bij de cliënt. Dan kun je ook preventief te werk gaan. Geen enkele situatie is hetzelfde. Je mag als professional een stukje meelopen in het persoonlijke leven van de cliënt. Ik vind dat een eer. Natuurlijk ben je bezig met mensen die oud zijn en ziek worden. Dat is niet altijd vrolijk. Maar er zijn ook veel ouderen die blij zijn dat ze nog in het leven staan en met een open mind kijken naar de wereld. Ik heb er plezier in om bij te dragen aan een leuk moment voor mensen. Wij hebben in Alphen bijvoorbeeld een boodschappenplusbus. Daarmee brengen we ouderen naar het winkelcentrum. Je ziet vriendschappen ontstaan, mensen die gezellig met elkaar een kopje koffie gaan drinken. Ik vind dat mooi.’
Zelfredzaamheid
Ondanks dat Korbee in de zorg de aandacht voor de cliënt heeft zien afbrokkelen, ziet ze ook dat er stappen vooruit zijn gemaakt. ‘Er zijn veel meer mogelijkheden gekomen waar mensen gebruik van kunnen maken. De nadruk op de sociale samenhang in de wijk en kleinschalige woonzorg in verpleeg- en verzorgingshuissector zijn echte verbeteringen. De focus op zelfredzaamheid van cliënten is goed. Maar de vergrijzing en de beknotting in de thuiszorg hebben de balans voor de ouderenzorg negatief doen uitslaan. Welzijn is daarin gestapt en kan er meer gaan betekenen. Daar ben ik van overtuigd.’
‘Wat je vooral niet moet doen, is de cliënt betuttelen. Benut de eigen kracht en bouw daarop voort. Vroeger werden langdurig uitkeringsgerechtigden met rust gelaten. Nu zeggen we: “We gaan met u een activiteit oppakken”, hoe klein die ook is. Je moet veel stappen zetten, maar er is echt vooruitgang. Mensen komen misschien niet direct aan een betaalde baan, maar ze maken stapjes. De kunst is dat ze zelf ontdekken wat ze goed kunnen en leuk vinden. Daar ondersteunen wij bij. Dat is de kracht van welzijn.’
Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nr 6, juni 2010.