Volgens Frank Bovenkerk zijn de criminaliteitscijfers Nederland onder bepaalde migrantengroepen al twintig jaar hoog en gaan niet omlaag. ‘En er is nog geen verbetering in zicht’, zegt de criminoloog in de Volkskrant. Niet etniciteit, maar andere factoren spelen een rol: ‘Het gaat om groepen die zich bevinden in de laagste sociaaleconomische positie – dat is een noodzakelijke voorwaarde. Maar de criminaliteit van jongeren schiet pas echt uit wanneer het ontbreekt aan sociale controle.’
Afscheid
Woensdag nam Bovenkerk als hoogleraar afscheid van de universiteit Utrecht. Volgens de criminoloog wordt misdaad al jaren verkeerd berekend. Door het koppelen van politiebestanden en cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kunnen verdachten uit de eerste en tweede generatie migrantengroepen in beeld worden gebracht.
Oververtegenwoordigd in criminaliteitscijfers Nederland
Daaruit blijkt weliswaar dat Antilliaanse, Marokkaanse, Surinaamse en Turkse Nederlanders oververtegenwoordigd zijn in de misdaadstatistieken. Maar in absolute zin zijn de cijfers aan de lage kant, omdat per jaar wordt gemeten. Een 18-jarige die in 2006 een roofoverval pleegde, komt niet voor in de statistieken van 2007. Bovenkerk: ‘De normale cijfers vertellen niet hoe beroerd een specifieke groep ervoor staat.’
Revolutionair
Er is geen wettelijke basis voor het registreren van de etnische achtergrond van individuele verdachten. ‘Rotterdam, en dat is revolutionair, doet dat wel’, zegt Bovenkerk. Sinds 2002 koppelt Rotterdam alle gegevens van onder andere politie, jeugdzorg en consultatiebureaus aan individuen van wie de etniciteit bekend is. In het rapport Antilliaanse Rotterdammers 2008 (van Marion van San c.s. in opdracht van de gemeente Rotterdam) kon zo voor het eerst worden berekend hoe vaak jongens aan het einde van hun criminaliteitsgevoelige levensfase met de politie in aanraking zijn geweest.
Recivideren
Van de Marokkaans-Nederlandse jongemannen in Rotterdam in de leeftijd van 18 tot 24 is bijna 55 procent met de politie in aanraking gekomen op verdenking van een delict. Voor Antilliaanse en Surinaamse Rotterdammers in dezelfde leeftijdscategorie is dat 40 procent, voor Turks-Nederlandse mannen 36, en voor autochtone Rotterdammers 18,4. Bovenkerk: ‘90 Procent van de jongens met een Marokkaanse achtergrond recidiveert, tegenover 60 procent van de autochtonen.’ Hij verwacht dat de Rotterdamse cijfers ook gelden in andere steden.
Etnische registratie
Toch vindt Bovenkerk dat beleid tegen misdaad niet geënt moet zijn op cultuur, vindt Bovenkerk. Hij verzet zich ook tegen een wettelijke basis voor etnische registratie bij criminaliteit, zoals minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken vorig jaar september voorstelde. Op die manier zou volgens de bewindsvrouw maatwerk aan bepaalde groepen geleverd kunnen worden.
Stereotiep
‘Maatwerk ontaardt gemakkelijk in stereotiepe bejegening’, waarschuwt Bovenkerk. ‘Bij de Rotterdamse aanpak worden strafrechtelijke dossiers al op etnische achtergrond gesorteerd. Op Marokkanen wordt een Marokkaanse werker afgestuurd, Antillianen krijgen de Antillianencoach aan de deur.’ Bovenkerk is er fel op tegen etniciteit te laten meespelen in hulpverlening en strafrechtspleging. De criminoloog vindt onderzoek naar misdaad en etniciteit toegestaan, mits dat ten dienste staat van de wetenschap. In de strafrechtspleging moet het gelijkheidsbeginsel altijd voorrang krijgen.
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: de Volkskrant